 |
Hoe gaat het eigenlijk in Oostenrijk?
Redactie Alert!
|
Jörg Haider heeft zich teruggetrokken als voorzitter van de FPÖ, om, als de tijd daar is, een paar passen voorwaarts te maken en als bondskanselier getroond te worden. In Karinthië bouwt hij ondertussen zijn populariteit verder uit. Zijn strategie van terugtreding lijkt te werken; Europese regeringsleiders denken erover om de sancties tegen Oostenrijk in te trekken. Het dreigen met een referendum in Oostenrijk over de sancties werpt haar vruchten af; er wordt veel getwijfeld over de effectiviteit van de sancties en Europa is bang voor vervreemding van Oostenrijk van de Europese gedachte. De sancties, hol van inhoud en vaak symbolisch in de praktijk, zijn echter wel één van de belangrijkste morele steunpilaren van het anti-fascistisch verzet tegen het regime van de ÖVP en de FPÖ. Zij zijn bang dat Europa hen vergeet op het moment dat er enkel tot monitoring wordt overgegaan. Het verzet in Oostenrijk heeft internationale contacten nodig om te overleven. Hoe gaat het eigenlijk met hen de laatste tijd?
Naast de vele, vele demonstraties publiceren de anti-fascistische groepen veel nieuws. Steeds vragen ze weer om dit zoveel mogelijk te vertalen en te verspreiden in verschillende Europese landen. Bij deze. We zetten hier een aantal opmerkelijke gebeurtenissen op een rijtje.
Jörg Haider blijft het nieuws zoeken. Haider heeft zo zijn eigen idee van sancties. Hij riep op om politici, die tegen Oostenrijk ageren, te vervolgen op paragraaf 248 in de Oostenrijkse grondwet. Hierin staat: "Personen die bewust de republiek Oostenrijk of één van haar federale staten beledigt of in diskrediet brengt, op een dusdanige manier dat dit bekend wordt bij een breder publiek, zullen gestraft worden met gevangenzetting tot 1 jaar." Haider doelde hierbij op de sociaal-democratische oppositie-leider Gusenbauer en het EU-parlementslid voor de Groenen Voggenhuber. Hij werd, uiteraard, gesteund door Theresia Zierler, secretaris van de FPÖ, minister of justitie van de Freiheitlichen Dieter Böhmdorfer vond het idee waard om uit te werken en ook premier Wolfgang Schüssel wil het bediscussiëren.
In 'Operatie Lente' werden in een racistisch gemotiveerde anti-drugsactie 100 immigranten opgepakt. Eén van hen is minderjarig, maar justitie geloofde hem niet. Medisch expert Johann Szilvassy werd erbij gehaald om de leeftijd van de jongen vast te stellen. Hij meette onder andere de neus van de jongen, de omtrek van het hoofd en de afmetingen van de open mond. Szilvassy schatte de leeftijd tussen de 22 en 25 jaar, waarbij de jongen een dubbele gevangenissstraf zou krijgen. Szilvassy bleek de mede-oprichter van de 'Hall of Races' in het Natuurgeschiedenis museum van Wenen, 4 jaar geleden gesloten, en auteur van diverse artikelen in het extreem-rechtse blad Aula. Szilvassy voegde in de rechtbank nog toe dat "de blonde mensen zullen verdwijnen in de komende generaties, als de immigratie aanhoudt. De pigmentatie zal donkerder worden." De hoogste Openbare aanklager Eisenmenger steunde de onderzoeksuitkomsten van Szilvassy. Het verbaast dan ook nauwelijks dat Eisenmenger zich altijd al lekker voelde in extreem-rechtse organisaties. Zo stuurde hij aan de studenten van 'Arminia', een rechts studentenkorps, een lijst rond met namen van personene die zij altijd zouden moeten eren. Hier zaten nazi-oorlogsmisdadigers tussen. Eerder steunde hij al het kandidaatschap van Norbert Burger van de extreem-rechtse Nationale Democratische Partij (NDP). Voor de Oostenrijkse inlichtingendienst was dit allemaal geen probleem om hem de functie van Openbare aanklager te laten uitoefenen.
Het FPÖ-parlementslid John Gudenus deelde zijn mening over herstelbetalingen aan de slachtoffers van de Holocaust in Oostenrijk; "De betalingen zijn nodig om de economische relatie, speciaal met de Verenigde Staten, in stand te houden. Niets anders."
Met de onafhankelijke media is het ook slecht gesteld. Sinds de vrije radio-stations de massale protesten tegen de Blauw-zwarte regering steunden, zijn de subsidies ingetrokken. Steeds vaker gaan autonome, onafhankelijke personen nu de straat op om politie-geweld te filmen en daar campagnes rond te maken. Ze moeten wel, want de staats-tv ORF past zelfcensuur toe op het moment dat de politie in beweging komt. De Neue Kronenzeitung, al uitblinkend in reportages over buitenlandse drugsdealers en extreem-linkse chaoten die geweldadig demonstreren, niet zelden met foto's, namen en oproepen erbij, vindt dat er een einde moet komen aan de onafhankelijke nieuwsgaring. Het lijkt een kwestie van tijd voordat er speciale arrestatie-teams komen voor filmende demonstranten.
De politiek wetenschapper Anton Pelinka werd veroordeeld wegens 'verdorven laster' tegen Haider. In een uitzending voor de Italiaanse zender RAI had Pelinka gezegd: "Gedurende de gehele carrière van Haider heeft hij keer op keer het nationaal-socialisme gebagatelliseerd. Een keer noemde hij de concentratiekampen 'Straflager'. Al met al is Haider verantwoordelijk voor het maatschappelijk geaccepteerd maken van bepaalde nationaal-socialistische principes." De klacht was ingediend door de al eerder in dit artikel genoemde Dieter Bohmdorfer, de zogenaamd neutrale minister van justitie van de Freiheitlichen.
Dit haalde ook de Nederlandse kranten; Haiders uitstapje naar Libië's leider Gadaffi. In het gezelschap van twee Karinthische bankdirecteuren en een industrieel kreeg Haider 2.5 miljoen liter benzine mee naar huis. Zouden zij ook hebben besproken hoe het verder moet met hun (gezamenlijke) verbod om Israël in te reizen? Als laatste van de korte berichten, een taartactie. De voorzitter van de ÖVP, Andreas Kohl, kreeg net als de voorzitter van de FPÖ, Hilmar Kabas, enkele weken eerder, een taart in zijn gezicht. Tijdens een theatervoorstelling smeet een bezoeker hem als dank voor zijn politiek een taart toe.
Onderbelicht in Oostenrijk is de situatie op het gebied van kunst en kunstenaars. Extreem-rechts heeft altijd de visie gehad dat controle op het openbare leven en de beinvloeding van het denken van mensen begint bij het in handen hebben van de kunst en cultuur van een land.
Zo kun je de geschiedenis herschrijven, kritische kunst de nek omdraaien en de politieke ideologie ondersteunen. Hoe pakt Haider dat aan in het Karinthië, wat algemeen als proeftuin wordt gezien voor de toekomstige politiek in Oostenrijk?
Kunst met een geheven zwaard; De cultuurpolitiek van Jörg Haider
De culturele politiek in Karinthië wordt bepaald door Andreas Mölzer, rechterhand van Jörg Haider. Hij pleit voor kunst die "de eigen culturele identiteit" benadrukt. Kunstenaars die van subsidies leven zijn hoeren, liet Andreas Mölzer (47), kort
na zijn benoeming tot Kulturkonsulent van Jörg Haider in Karinthië weten. Kunst
moet genoeg geld opbrengen om de kunstenaar in leven te houden. Is dat niet het
geval dan is er iets mis met deze kunst. Kunstenaars die aan de behoeften van de
bevolking voorbij gaan zijn overbodig en soms zelfs gevaarlijk. Ze kwetsen niet
alleen de gevoelens van het volk maar beschadigen ook de reputatie van hun Heimat in het buitenland.
Mölzers visie op kunst is kort en krachtig. De vroegere chefideoloog van de FPÖ
beslist nu als persoonlijk adviseur van Haider wat in de toekomst in Karinthië
als kunst wordt beschouwd en welke kunstuitingen steun verdienen.
Kunst is voor Haiders extreem rechtse Freiheitlichen (FPÖ) van groot belang.
Niet toevallig heeft Haider na zijn verkiezing tot gouverneur van Karinthië
onderwijs en cultuur naar zich toe getrokken. In zijn boek Die Freiheit, die ich
meine maakt Haider duidelijk waarom kunst en cultuur zo essentieel zijn - ze
moeten een bolwerk vormen tegen hedendaagse bedreigingen. Een open maatschappij
verlamt zichzelf, politiek moet op etnische principes zijn gebaseerd. Het
verdrag van Maastricht en de Europese 'eenheidsstaat' gaan niet samen met het
bewaren van de eigen culturele identiteit. Wie haar prijs geeft, is geen
patriot. Dat is geen gering verwijt. In het partijprogramma van de FPÖ speelt het
patriottisme waartoe iedereen verplicht is, een cruciale rol. Haider pleit voor
een herwaardering van de liefde voor het eigen land, voor de eigen etnische
groep en haar geschiedenis. Hij maakt duidelijk hoe hij de problemen wil
oplossen: er moet een eind komen aan de huidige 'hersenspoeling' die van kunst
en onderwijs uitgaat. Het heersende linkse cultuurfascisme moet overwonnen
worden. Een 'waarden verdedigende Kulturkampf' is daarom noodzakelijk. De oude
machtsstructuren in de kunstwereld moeten worden opgebroken en de autonomie van
de kunstenaars moet versterkt worden door hen minder subsidie te geven. Geld
maakt kunstenaars afhankelijk en daarmee komt de vrijheid van de kunst in acuut
gevaar. Onduidelijk blijft echter wat Haider onder kunst verstaat. Tijdens een tv-debat
definieerde hij kunst als "expressief symbolisme" maar wat hij bedoelde legde
hij niet uit. Ook de FPÖ-publicaties over kunst keren zich uitsluitend tegen
iets, in de regel moderne kunstuitingen. Zo verweet de FPÖ het culturele
platform Oberösterreich (KUPF) dat burgerlijk waarden als gezin, defensie, kerk,
Heimat, prestatie, fatsoen en respect voor de wet bespot dat het gevaarlijke
tijdsverschijnselen als drugs vergoelijkt en dat het multiculturele utopieën
verkondigt. Weer wordt nauwkeurig opgesomd wat allemaal mis is met de moderne,
gesubsidieerde kunst zonder er een eigen opvatting tegenover te stellen van wat
kunst is of zou moeten zijn. Kennelijk is kunst volgens de FPÖ het tegendeel van
wat er nu bestaat.
Zoektocht
Een herwaardering van de volkskunst is nodig, schrijft Andreas Mölzer regelmatig
in zijn columns in het boulevard-blad Kronen-Zeitung. Maar hij laat zich er niet
over uit of hij daarmee uitsluitend jodelen, volksdansen en het schilderen van
het prachtige Oostenrijkse landschap bedoelt. Alleen zijn uitspraak dat kunst
die aan het 'nationale imago' voorbij gaat geen steun verdient, wijst in die
richting. Een zoektocht naar kunstenaars die door de FPÖ worden gewaardeerd is
moeizaam en levert niet veel op. De jonge schilder Odin Wiesinger is een van de
weinigen die wordt geprezen door FPÖ-kunstexperts, zoals de gepensioneerde
leraar Walter Marinovic, oprichter van het Kulturforum Freie Kunst dat deel uit
maakt van het wetenschappelijk instituut van de FPÖ. Wiesinger, die zijn
voornaam Manfred inruilde voor die van de Germaanse god Odin, schildert in de
echte Duitse traditie, aldus Marinovic. Wiesingers cyclus 'Nibelungen' is 'kunst
in de ware, artistieke zin van het woord.' Siegfried, de held, wordt door een
draak aangevallen maar onmiddellijk is duidelijk dat de 'jongensachtige licht
god' de strijd op leven en dood zal winnen. 'Komt deze zekerheid voort uit
klanken van Richard Wagners heldenmuziek die wij menen te horen als we naar het
doek kijken?' vraagt Marinovic zich af. Bij Wiesinger heeft de leraar gevonden
wat hij zocht - een kunstenaar die al met zijn naam naar de gewenste thema's
verwijst: volk en Heimat, grasvelden en bomen, helden en goden. Dat een
kunstenaar als Wiesinger het moeilijk heeft, was te verwachten, schrijft
Marinovic. De linkse cultuurmaffia probeert hem dood te zwijgen, maar, zo meldt
de leraar triomfantelijk, FPÖ-senator John Gudenus opende Wiesingers vernissage.
De Alldeutscher Jahrgothweiser, een kalender met oud-Duitse jaarindeling brengt
Wiesingers Nibelungencyclus met een toelichtende tekst bij iedere afbeelding. De
jonge Siegfried is het Duitse volk: naakt maar niet weerloos, want met het
zwaard in de arm. Bij Siegfried, die de draak bij zijn gespleten tong pakt, moet
vooral aan pers en media worden gedacht die met gespleten tong praten en vergif
in het oor van het volk druppelen en Mime, de smid die probeert Siegfried te
vermoorden, symboliseert de wraak van de minder begaafden op de begaafden.
Catastrofe
Schrijvers en dichters met een voorkeur voor extreem rechts zijn makkelijker te
vinden, vooral omdat veel van de extreem-rechtse activisten zelf naar de pen
grijpen. Ook Andreas Mölzer schreef, naast een aantal politieke boeken,
gedichten en een roman. Zijn gedichtbundel heet Lob der Kälte. De dichter tobt
met de neergang van dierbare waarden en zijn wanhoop baant zich in de regel op
gewelddadige manier een weg naar buiten. Als dichter verkiest Mölzer kilte en
dood boven een onwaardig leven. Nog veel gewelddadiger is zijn roman Der Graue.
Eine apokalyptische Erzählung. Een eenzame man, de Grijze genoemd, trekt twintig
jaar na de ultieme catastrofe - de aarde is door atoombommen verwoest - met zijn
paard door de wereld die door de beulen van IG Metall wordt beheerst. Dat Mölzer
de beulen de naam van de Duitse vakbond IG Metall geeft, is opmerkelijk. Naast
de hordes mannen duiken in Mölzers roman ook enkele vrouwen op. Uiteindelijk
loopt het met hen slecht af: de goeden worden meteen vermoord, de slechten eerst
verkracht. Bij Mölzer horen gewelddadigheid en begeren bij elkaar.
Mölzer is een machtig man binnen de FPÖ. Hij was het hoofd van het
wetenschappelijk instituut van de partij, hoofdredacteur van het extreem rechtse
maandblad Aula dat door de Oostenrijkse Verfassungsschutz, (Binnenlandse
Veiligheidsdienst) wordt geobserveerd, hoofdredacteur van het Duitse weekblad
Junge Freiheit waarover de Duitse Verfassungsschutz meldt dat het blad naar
'culturele hegemonie streeft en een platvorm voor rechtsextreme publicaties
vormt' en is nu, behalve adviseur van Haider, hoofdredacteur van het extreem
rechtse weekblad Zur Zeit. Zowel in Aula als in Zur Zeit worden regelmatig
artikelen gepubliceerd die de holocaust bagatelliseren. Op het ogenblik loopt
een gerechtelijk vooronderzoek tegen Mölzer omdat Zur Zeit in juni vorig jaar
een recensie publiceerde waarin de schrijver, Hans Gamlich, Hitler een 'grote
sociaal-revolutionair' noemde en Churchill de schuld van de Tweede Wereldoorlog
gaf. De holocaust noemde Gamlich 'mythe' of 'dogma'. Mölzer trad tijdelijk terug
als hoofdredacteur maar heeft zijn functie inmiddels weer hervat. Toen Haider
werd aangesproken op het onderzoek tegen zijn persoonlijk adviseur zei hij dat
justitie beter achter kinderverkrachters aan kon gaan dan zich met zulke
marginale thema's bezig te houden.
Mölzer is nu bijna een jaar Haiders adviseur. Artistieke projecten die hem
mishagen blijven van hun door de vorige regering goedgekeurde subsidies
verstoken omdat 'het geld al op was'. Voor een grote Bühne aan de Wörthersee
wist Mölzer wel geld vrij te maken. De eerste plannen om operettes als Im
weissen Rössl op te voeren werden echter met zo veel spot onthaald dat Mölzer
zijn plannen veranderde. Het theater kwam er, maar in plaats van operettes
worden musicals opgevoerd. Een campagne tegen de door de FPÖ verafschuwde
kunstenaar Cornelis Kolig maakt de kunstenaar het leven moeilijk. Kolig werd
zelfs voor kinderverkrachter uitgemaakt. Hij is de zoon van een schilder wiens
fresco's in het deelstaat-parlement van Karinthië door de nazi's zijn vernield.
Een jury van curatoren en museumdirecteuren moest beslissen wie voor nieuwe
kunst in het parlement zou zorgen. De jury wees Koligs zoon aan. De FPÖ
accepteerde het unanieme besluit niet, dreigde met een referendum en
organiseerde met behulp van de Kronen-Zeitung een hetze tegen Kolig. De
installatie die Kolig voor het parlement maakte, toont de naakte benen en het
geslacht van een man, het bovenlichaam is een weegschaal. Volgens Kolig hebben
FPÖ en Kronen Zeitung zijn kunstwerk juist geïnterpreteerd: in het beeld wordt
de last van het bruine verleden gesymboliseerd. Toen Kolig in december 1998 op
eigen initiatief zijn kunstwerk veranderde en links en rechts een emmer
toevoegde, werd anoniem aangifte gedaan wegens 'vernieling'. Wat Kronen-Zeitung
en FPÖ razend maakte was dat Koligs emmers koperkleurig waren, waarmee Kolig
volgens zijn tegenstanders de suggestie wekte dat hij Oostenrijks bruine
verleden door uitwerpselen symboliseerde.
Kolig heeft er naar eigen zeggen nooit aan gedacht om uit Karinthië weg te gaan.
Hij citeert zijn collega Alfred Hrdlicka die zei dat voor een kunstenaar een
totalitair regime een vruchtbaar klimaat schept: "het voortdurende verzet maakt
creatieve energie vrij."