alert!Nazi Bikker niet vervolgt

AFA-LS

De Nederlandse nazi Herbertus Bikker (89) wordt niet vervolgd. Bikker stond in Hagen (Duitsland) terecht voor de moord op verzetsman Jan Houtman. De rechtbank besloot, met nog maar vijf of zes zittingsdagen in het verschiet, het proces stop te zetten.

Wie is Bikker?
Bikker die in Hagen nabij Dortmund woont, is geboren en getogen in de Alblasserwaard. Bikker volgde de lagere school, werkte daarna als landarbeider en werd in 1939 lid van de NSB. De Duitse bezetters bevrijdden hem op 15 mei 1940 uit een kelder, waar de Nederlandse politie hem na de Duitse invasie gevangen had gezet. Een jaar later meldde hij zich aan bij de SS. Hij werd op 23 juni 1941 aangenomen in Rotterdam en kon meteen door naar het Oostfront, waar de dag ervoor Operatie Barbarossa was begonnen, Hitlers veldtocht tegen de Sovjet-Unie. Bikker werd als SS-Sturmmann - soldaat 1e klas - ingezet, raakte gewond en werd afgekeurd voor het front. Van juli 1942 tot mei '43 werkte hij in Nederland voor het Kontrollkommando. Dat was een groep van zeventig man die op illegalen joeg. Daarna was Bikker actief als SS-politieman in Nijmegen, Tiel en Maastricht. Vanaf augustus '44 werkte hij - voor de Ordnungspolizei - weer in en om kamp Erika. In dit kamp zaten veel zwarthandelaren, verzetstrijders en politieke gevangenen die 'heropgevoed' werden. Maar ook Joden, die bestemd waren voor de gaskamers in Polen.

Het kamp was een verschrikking. De Joden in Erika kregen alleen aardappelschillen te eten, om de drie dagen. Ze moesten hun uitwerpselen oplikken en af en toe in 'de slang' kruipen: naakt achter elkaar, met de neus in de anus van de voorganger. De kampcommandant trachtte deportatie van zijn 'joodjes' te voorkomen: "Ze zorgen hier voor veel vertier", hoorde een gevangene hem zeggen. De gewone gevangenen hadden het minder slecht, maar ook zij kregen te maken met veel en willekeurig geweld.

Uit aantekeningen van de jurist Meulink, die als officier van justitie was toegevoegd aan de bijzondere rechtbanken die na de Tweede Wereldoorlog collaborerende Nederlanders berechtte, blijkt dat Bikker zich in kamp Erika heeft laten kennen als een tiran.
Het dossier-Meulink staat bol van Bikkers wreedheid. Getuigen uit het kamp beschrijven Bikker als "een ploert, door de wijze waarop hij gevangenen sloeg, mishandelde met een karabijn, of trapte". Een man verklaarde Meulink dat hij op 26 maart 1945 door Bikker langdurig was geslagen, gestompt en getrapt, in het gelaat, op de ribbenkast en tegen de benen. Hij was daarna invalide. Cruciaal voor Bikkers veroordeling was de getuigenis van F. Staarman uit Den Ham. Die was erbij toen 'De beul van Ommen' op 8 december 1944 verschillende gevangenen "verschrikkelijk had geslagen". Staarman: "Er waren slechte en heel slechte bewakers in Erika. Bikker behoorde bij de laatste categorie."

In 1944 jaagt Bikker, na een half uur durende achtervolging, de verzetstrijder Jan Houtman negen kogels door het lijf. "Uit noodweer" beweert Bikker in de rechtbank. Maar uit Meulinks aantekeningen blijkt dat Houtman ongewapend was, door Bikker in de rug werd geschoten en daarna doelbewust geëxecuteerd.

Bikker dook na de bevrijding onder en kreeg werk bij een boer in de buurt. De politieke opsporingsdienst hield hem eind '45 aan. Ze sloten hem op in zijn eigen kamp Ommen. In juni 1949 werd Bikker veroordeeld tot de doodstraf. Een half jaar later werd het doodvonnis omgezet in levenslang. In 1952 vluchtte Bikker vanuit de gevangenis naar Duitsland.

Himmel auf Erde
Bikker ontsnapte samen met zes andere Nederlandse nazi's, die allen levenslang hadden, op tweede kerstdag 1952 uit de Koepelgevangenis in Breda. De zeven zaten nog niet zo lang in Breda, waar alle zwaargestrafte oorlogsmisdadigers naar toegebracht werden. Op de bewuste dag draaide na het avondeten de film 'Ein Himmel auf Erde'. Tijdens de vertoning zonderen de zeven zich af en verzamelen zich in het stookhok. Daar lagen onder de steenkolen twee ladders en een rubberen slang klaar. Bikker, naar verluidt de sterkste van het stel, forceerde een deur en een hek. Met behulp van de ladders en de rubberslang klommen ze over de drieënhalve meter hoge muur. Achter deze muur had de organisatie 'Wij Moeten Helpen' twee auto's met chauffeur klaargezet, die rechtstreeks afkoersten naar hun hemel op aarde, Duitsland. Eenmaal gearriveerd in Duitsland meldden de zeven zich bij de eerste de beste politiepost. De dienstdoende agent was een gewezen SS'er en liet onmiddellijk koffie en kerststol aanrukken. De volgende dag bij het kantongerecht kregen ze tien DM boete wegens illegale grensoverschrijding. De rechter accepteerde glimlachend de hem aangeboden guldens.
Alhoewel de Nederlandse Justitie sinds de ontsnapping van Bikker meerdere malen de Duitse autoriteiten heeft verzocht Bikker uit te leveren om hem in Nederland zijn straf uit te laten zitten, kreeg zij steeds nul op het rekest. Bikker heeft wegens zijn bewezen diensten voor de SS (!) op basis van een door Hitler uitgevaardigd decreet zelf de Duitse nationaliteit gekregen. En Duitsland levert geen onderdanen uit. Dit 'Führererlass' biedt gevluchte SS-ers tot op de dag van vandaag bescherming. Zo kon Bikker zich vestigen in het stadje Hagen. Hij leidde daar een openlijk leven. Hij werkte er decennialang als conciërge en nachtwaker, bij bedrijven van de handelsfirma Nord-West en woonde al die tijd ongestoord in de Dickenbruch-straat, nummer 77. Tot januari 1993. Toen spoorde Jack Kooistra, journalist voor het KRO-programma Reporter, Bikker op. De televisie uitzending markeerde een omslag. Na die tijd werd Bikker constant lastig gevallen. Zijn muren werden beklad en zijn huisbaas dwong hem te verhuizen. Op 4 november 1995 arriveerde een bus jonge antifascisten uit Nederland in Hagen. Daar ontmoeten zij een groep Duitse antifascisten, waaronder een aantal oud verzetstrijders. Samen gaan ze demonstreren voor het huis van Bikker. Daar eenmaal aangekomen wordt luid geschreeuwd: "Herbertus Bikker ist ein Mörder". De verfbommen spatten kapot tegen zijn gevel en zijn huis word letterlijk in de schijnwerpers gezet. Na meer dan 50 jaar keert de geschiedenis terug voor de huisdeur van een oorlogsmisdadiger. Deze demonstratie werd Bikker uiteindelijk (bijna) fataal. Naar aanleiding van de veroordeling van één van de demonstranten raakte een verslaggever van het Duitse tijdschrift 'Stern' geïnteresseerd in Bikkers zaak. Hij verdiepte zich er in en in het voorjaar van 1997 stapte hij op Bikker af om zijn kant van het verhaal te horen. Terwijl ze samen naar het KRO-programma 'Reporter' keken waar voor de camera's op dramatische wijze de dood van Houtman werd geënsceneerd, zei Bikker ineens: "Toen heb ik hem het genadeschot gegeven. Ik heb een heel salvo afgevuurd." Daarmee bevestigde Bikker dat hij niet uit noodweer handelde. Het was pure moord! Met deze uitlating van Bikker kwam nieuwe belastende informatie aan het licht. Bovendien kan moord niet verjaren. De gang naar de rechtszaal lag open.

Demonstratie bij de rechtbank in Hagen in 2003
  Bikker  
Rechtspraak
De rechtszaak kende een moeizaam verloop. Bikkers advocaten waren er van tevoren al van overtuigd dat hun cliënt niet veroordeeld zou worden. Dat de openbaar aanklager telkens met nieuwe getuigen kwam die verklaren over het karakter en de persoon van Bikker, deed volgens de beide advocaten niets af aan het feit dat het Duitse OM in de eerste plaats moet bewijzen dat Bikker een laffe, wrede moord pleegde op Houtman. Kniffka: "Die bewijzen heb ik nog niet gehoord. De verklaringen over hoe slecht Bikker als mens was, zijn randverschijnselen.'' Eisenhuth: "Het is macaber, maar wat ik nu ga zeggen is juridisch gezien van belang. Om moord aan te tonen moet bewezen zijn dat Houtman nog leefde toen Bikker, volgens verklaringen uit de oorlog, nogmaals op de verzetsman geschoten zou hebben terwijl het slachtoffer al op de grond lag. Wie zegt mij dat Houtman niet allang dood was toen die schoten werden gelost?" Daarom moest Bikker in de rechtszaal zwijgen. Eisenhuth: "Als de aanklager moord wil bewijzen, moet hij ook voorbedachten rade bewijzen. Hij moet aantonen dat Bikker na kalm beraad Houtman opzettelijk doodde. Wij willen niet dat onze cliënt in de rechtszaal uitlatingen doet waarmee hij zichzelf zou kunnen belasten." Aan oordelen is de rechter echter niet toegekomen. In februari stopte na vijf maanden het proces tegen Herbertus Bikker. Met nog maar vijf of zes zittingsdagen in het verschiet oordeelde de rechtbank dat de 89- jarige Bikker te ziek was om zijn proces fatsoenlijk te volgen. "Herbertus Bikker heeft een spelletje gespeeld", zegt journalist Jack Kooistra. Volgens hem heeft de 'Beul van Ommen' bewust zijn medicijnen laten staan. "In de rechtbank vertelde één van Bikkers buurvrouwen me dat hij de hele dag op bed lag. Ze had hem daarom gevraagd of hij zijn medicijnen wel innam. Het antwoord was 'nee'. Zelfs als Bikker inderdaad in slechte conditie is, had het proces moeten doorgaan", vindt Kooistra. "Hij doet nog steeds eigenhandig boodschappen met de auto en hij slaat op cameramannen in met z'n wandelstok. Dan kan hij ook een rechtszaak bijwonen, desnoods in zittingen van een halfuur. Bikker is geen wrak. Hij is niet zielig." Oud-verzetsstrijder Frans Bom (83) verwacht dat dit het laatste proces is geweest tegen een Nederlandse oorlogsmisdadiger. Bom zit in het bestuur van de Federatieve Raad van Voormalig Verzet in Nederland. "We moeten zo zachtjes aan accepteren dat het na 55 jaar niet meer lukt. We zitten er als verzetsorganisatie ook niet meer achteraan." Toch betreurt Bom het dat er misdadigers zijn - hoe stokoud ook - die wegkomen met hun straf. "Persoonlijk vind ik dat Bikker de rest van zijn leven in de cel moet doorbrengen. Als ik z'n gezicht op televisie zie, zie ik ogen waar haat uit spreekt. Deze man heeft geen spijt, integendeel."

Overzichtje Nederlandse nazi's

Nog in leven: Klaas Carel Faber
Klaas Carel Faber woont in Duitsland, in de buurt van München. Hij leeft nu onder de naam Claas Faber in een armoedige flatwijk in Ingolstadt en leidt een onopvallend leven met zijn vrouw. Buurtbewoners kennen hem als 'een keurige heer op wie niets maar dan ook niets is aan te merken'. Klaas Carel Faber en zijn broer Pieter Johan zijn vooral berucht vanwege hun werk voor de Sicherheidsdienst, die het noordelijk hoofdkwartier had in het Scholtenshuis aan de Grote Markt in Groningen. Ook maakte Klaas Carel deel uit van het executiepeloton in kamp Westerbork. Hij was lid van de Waffen-SS en het Sonderkommando Feldmeijer, berucht vanwege de zogenoemde Silbertannenmoorden. Deze moorden werden gepleegd als represaille voor de aanslag op Rauter, de SS-topman in Nederland. De vader van Klaas Carel en Pieter Johan schijnt in 1944 te zijn geliquideerd door de bekende verzetstrijdster Hannie Schaft. De broers waren ook betrokken bij de executie van tientallen arrestanten in de bossen van Exloo, Westerbork en Norg. Daarnaast was Klaas Carel lid van Musserts lijfwacht en deed hij in Groningen mee aan razzia's. Beide broers kregen na de oorlog de doodstraf. Pieter Johan kreeg daadwerkelijk de kogel, maar de straf van Klaas Carel werd omgezet in levenslang. In 1952 ontsnapte hij met andere SS-ers naar Duitsland. Faber heeft na zijn ontsnapping eerst in Essen gewoond. Omdat hij zich, zoals het bevolkingsregister aldaar te kennen geeft, niet 'polizeilich' had aangemeld, kon zeer moeilijk worden nagegaan naar welke plaats hij daarna was vertrokken. Hij staat niet onder zijn eigen naam in het telefoonboek en is zeer op zijn hoede vanwege een dreigende nieuwe strafzaak tegen hem. Hij verblijft meestentijds in zijn flat.

Waarschijnlijk nog in leven: Steven Barends
In 1939 wordt de Nederlandse vertaling van Hitlers mein Kampf uitgegeven. De vertaler: Steven Barends. Steven, die eigenlijk Samuel heet wordt geboren op 9 september 1915. In 1937 probeert hij zich aan te sluiten bij de troepen van Franco. Eind 1942 neemt hij een jonge joodse vrouw bij hem in huis als oppas voor zijn dochters. In 1944 belandt hij bij de SS-Standarte Kurt Eggers. Deze eenheid bestaat volledig uit oorlogsverslaggevers. Na de oorlog wordt Barends gezocht wegens zijn lidmaatschap van onder meer Zwart Front, de NSB en de SS. Hij is echter onvindbaar. In 1956 neemt hij vanuit Duitsland schriftelijk contact op met het Nederlandse Ministerie van Justitie. Hij vraagt of hij nog gezocht word. Dat is nog het geval. In oktober 2003 heeft een journalist nog contact met de inmiddels 88-jarige nazi, die zich bedient van de naam Stefan Barends.

Net overleden: Dirk Hoogendam
Dirk Hoogendam (81) is in augustus 2003 in zijn Duitse woonplaats Datterode overleden aan een hartkwaal. Hoogendam wordt verantwoordelijk gehouden voor de dood van zeker acht mensen. Hij is veroordeeld voor deportatie, mishandeling en marteling. Na de oorlog vluchtte hij naar Duitsland, waar hij de Duitse nationaliteit kreeg en de schuilnaam Dieter Hohendamm aannam. Een journalist van de Telegraaf spoorde hem in 2001 op.

Ernstig ziek: Ton Soetebier
Ex-SS-officier Toon Soetebier (85) uit Coevorden is verantwoordelijk voor meerdere oorlogsmisdaden. Hij was betrokken bij talloze razzia's en was bewaker in kamp Erica bij Ommen waar hij op een beestachtige manier joden en onderduikers folterde. In 1949 kreeg Soetebier bij verstek de doodstraf, hetgeen later werd omgezet in levenslang. Hij leefde toen al in Tübingen. Soetebier is ernstig ziek.

Heinrich Boere
Ex-SS-officier Heinrich Boere (83) woont in Eschweiler en werd in 1949 bij verstek ter dood veroordeeld wegens moord in dienst van de vijand, het verlenen van hulp aan de vijand en deelname in vreemde krijgsdienst. Justitie vroeg in 1980 om uitlevering, maar dat verzoek sneuvelde 3 jaar later omdat Boere de Duitse nationaliteit bezit. Boere was in de oorlog lid van het SS-moordcommando Feldmeijer, dat onder bevel stond van Henk Feldmeijer, de vroegere propaganda-instructeur van de NSB in het Noorden.

Siert Bruins
Bruins (80) werkt bij de Sicherheits Dienst in Delfzijl en vermoordde de joodse broers Laas en Meijer Sleutelberg en oefende in de omgeving van Delfzijl een ware terreur uit. Na de oorlog werd ook hij ter dood veroordeeld, wat later werd omgezet in levenslang. Ook Bruins vluchtte naar Duitsland, waar hij onder de naam Siegfried Bruns een onopvallend bestaan leidde. Soms ging hij, verstopt in de achterbak van een auto, op bezoek bij zijn moeder in Assen. In de jaren zeventig werd Bruins opgespoord door leden van de Groninger Groep, een groep particuliere speurders, en Simon Wiesenthal. De Duitse justitie stelde zelf vervolging in wegens moord op de broers Sleutelberg en in 1980 kreeg Bruins zeven jaar cel.

terug naar inhoud