 | Thompson: Propagandist van het Ustasha-regime |
John Postma
"Zijn jullie er klaar voor?" vraagt Marko Perkovic aan zijn
publiek. De menigte reageert uitbundig en roept: "Ja wij zijn er
klaar voor, kom tevoorschijn". Op het podium staat de
populaire rocker Marko Perkovic met zijn Kroatische band
Thompson. "Dood aan de Serven", brult hij nog tussen het
gejuich en geschreeuw door en de band begint te spelen.
Thompson wordt door zijn Kroatische aanhang in Nederland
vergeleken met Marco Borsato, de zanger van het levenslied.
Echter, wie denkt met de 'Marco Borsato' van Kroatië te
maken te hebben heeft het mis. Thompson mag dan populair zijn
in Kroatië, maar sinds een aantal weken wordt hij ook verguisd.
De Kroatische online-krant Index heeft ontdekt dat de band
Thompson in zijn lied 'Jasenovac i Gradiska Stara' de
massamoord op Serven, zigeuners en joden verheerlijkt. Het
Openbaar Ministerie in Kroatië gaat bekijken of de band
vervolgd kan worden. In Kroatië is het tot heden nog niet
voorgekomen dat een band vanwege het aanwakkeren van haat
en extreem nationalisme vervolgd werd. Perkovic ontkent in alle
toonaarden iets van de zaak af te weten. Tegenover een
redacteur van het blad 'Novi List' zegt Thompson: "Ik heb
geen flauw idee wat tien dagen geleden is gebeurd, laat
staan een paar jaar geleden en ik heb geen idee waar jullie
het over hebben". Om zijn 'onschuld' kracht bij te zetten zegt
hij dat "tegenwoordig met computertechnologie alles
mogelijk is."
Thompson in Nederland
Het is niet de eerste keer dat Thompson in opspraak is
gekomen. Op zaterdag 22 november 2003 zou de band in
Amsterdam spelen. Er werd gerekend op circa 4000 bezoekers
uit Nederland, Duitsland en België. Ook waren er al 500
kaarten in de voorverkoop verkocht. Maar niet alles verliep
volgens verwachting. Enkele dagen voor aanvang rook de
clubeigenaar onraad en heeft hij zich laten informeren over de
band en diens achtergronden. Op het laatste moment hakte hij
de knoop door en ontbindt het contract met de organisator
Vinko Salov. Salov is eigenaar van een bedrijf in Ridderkerk dat
gespecialiseerd is in 'constructie-, las en scheepsreparatie'.
Hij bestrijdt dat Thompson extreemrechtse ideeën heeft en hij
wil het concert een dag later in Rotterdam opnieuw laten
plaatsvinden. De aankondiging leidt tot nieuw verzet van het
Centrum Informatie en Documentatie Israël, RADAR en de
landelijke Sinti-organisatie. Na overleg met de zaal en politie
weten de organisaties te voorkomen dat de zanger Perkovic het
podium zal betreden. De band zal echter wel spelen, maar dan
zonder hem. Voordat het concert begint, stapt Perkovic het
podium op en legt in het kort uit waarom hij vanavond niet zal
zingen. De politie haalt hem van het podium en brengt hem onder
begeleiding naar zijn hotel.
Geen schoon verleden
Perkovic staat in zijn land Kroatië ook bekend vanwege zijn
extreemrechtse ideeën. De bandnaam Thompson is vernoemd
naar een Brits machinegeweer, dat hij zelf tegen de Serven heeft
gebruikt in de oorlog van 1991 - 1992 in het voormalige
Joegoslavië. Begin jaren negentig stond Perkovic al bekend als
een extreem nationalistische liedjesschrijver. Zo draagt hij een
'U' om zijn nek. De 'U' was het handelsmerk van de fascistische
Ustasha-beweging in Kroatië begin 1941. Tegenover een
journalist van het Rotterdams Dagblad ontkent hij de fascistische
betekenis van de 'U' en zegt dat het katholiek symbool is. Ook
de kreet die Perkovic aan het begin van zijn concerten gebruikt
'Za dom - Spremni' (Voor het thuisland - we zijn er klaar
voor) is een term die door het fascistische Ustasha-regime
werd gebruikt. In Perkovic's eigen blad 'Thompson' staat een
foto van hem afgebeeld waar hij op een militair legervoertuig zit,
omringd door zwaar bewapende mannen met een foto van Ante
Pavelic. Pavelic was de leider van de Ustasha-beweging.
Volgens de joodse gemeenschap in Zagreb worden tijdens
concerten van de band diverse fascistische materialen verkocht.
T-shirts met beeltenissen van leiders van de Ustasha gaan als
warme broodjes over de toonbank. In augustus 2003
organiseerde Thompson een demonstratie om het Ustasha-
regime te eren. Ondanks aantoonbare bewijzen van fascistische
sympathie blijft hij ontkennen iets met extreemrechts of fascisme
te maken te hebben.
Adolf Hitler begroet Ante Pavelic
|
| |
Ustasha
De Ustasha-beweging is begonnen als een terroristische
organisatie die als doel had om aanslagen en liquidaties uit te
voeren. Als de leider, Ante Pavelic, in 1929 gezocht wordt
wegens moord op de Kroatische politicus Stjepan Radic, gaat
hij in ballingschap. De Ustasha-organisatie wordt in 1932
opgericht en men heeft een duidelijke nationalistische politieke
lijn voor ogen. Met steun van de Italiaanse fascistische leider
Benito Mussolini wordt de Ustasha uitgebouwd tot een militaire
organisatie. De in 1929 gestarte bommencampagne verhevigde
zich en men probeerde de leiders van de Croatian Peasant partij
op te stoken om zich te verzetten tegen de regering in Belgrado.
Op 6 april 1941 gooien de nazi's bommen op de stad, hetgeen
een voorteken is van de invasie van Joegoslavië. Als de
Joegoslavische regering is verjaagd keert Pavelic terug uit
ballingschap en sticht vier dagen later een onafhankelijke
Kroatische staat. In dezelfde maand start de Ustasha met
zuiveringen en de eerste massale slachting vindt op 27 april 1941
plaats. Serven, joden en zigeuners worden het slachtoffer van de
naziterreur. Twee maanden later, juni 1941, start de nieuwe
Ustasha-regering met de 'purificatie van Kroatië'. Het doel
was om eenderde van de aanwezige Serven te dwingen tot het
katholieke geloof, eenderde moest uit Kroatië getransporteerd
worden en eenderde werd geliquideerd. Ook de oprichting van
concentratiekampen werd een normaal verschijnsel, waar onder
andere Serven, joden maar ook politieke tegenstanders in
werden gestopt. In het concentratiekamp 'Jasenovac' komen
circa 500.000 mensen om het leven. Zelfs de aanwezige Duitse
nazi's spraken hun afschuw uit over de gruwelijke en barbaarse
slachtingen. In vier jaar tijd vallen in Joegoslavië rond de 1,8
miljoen slachtoffers, waarvan de Ustasha-regering circa 660.000
mensen bewijsbaar heeft omgebracht.
Katholieke kerk
De katholieke kerk heeft tijdens het bestaan van het fascistische
regime altijd haar diplomatieke banden behouden. De
slachtingen onder de Serven en Joden konden zonder kritiek
vanuit de katholieke zijde gewoon doorgaan. De vervolgingen
op Serven en joden zijn door de katholieke kerk nooit
veroordeeld. Als in 1944 de Sovjettroepen en de Britten
Kroatië binnenvallen om Kroatië te bevrijden van het
fascistische bewind, vlucht de leider, Ante Pavelic, naar
Oostenrijk om uiteindelijk in Argentinië te belanden. Het
Vaticaan biedt bij de vlucht van vele Ustasha-leden enige hulp
en velen worden naar Zuid-Amerika gesmokkeld.
Niet steekhoudend
Perkovic, bandleider van Thompson, wordt door journalisten
regelmatig geconfronteerd met zijn associaties van het Ustasha-
regime. Elke keer ontkent Perkovic iets met het regime van doen
te hebben. Waarom laat Perkovic zich fotograferen met
gewapende mannen en een portret van Ante Pavelic? Waarom
begint hij zijn concert met de slogan die door de Ustasha werd
gebruikt? Waarom organiseerde hij een demonstratie ter ere van
de Ustasha-beweging? Waarom dragen veel van zijn fans de
symboliek van de Ustasha? Waarom roept hij op tot het doden
van de Serven? Waarom verheerlijkt hij in zijn lied de slachting
in concentratiekamp Jasenovac? Het zijn allemaal vragen waar
Perkovic geen enkel eerlijk antwoord op geeft. Misschien ziet hij
zijn carriére in rook op gaan, nu de hij zwaar onder vuur ligt en
mogelijk vervolgd wordt. Hoe het ook zij, één ding is wel
duidelijk geworden. Fascisme wordt niet alleen verspreid door
naziskinheads die met het Derde Rijk dwepen, maar ook door
'rockers' zoals Thompson die heulen met ander nazi-regimes
zoals de Ustasha.