alert!

Turken ontkennen massamoord op Armeniërs
Jeroen Bosch

Engelse vertaling van het artikel

Door de eeuwen heen trokken Armeniërs over de hele wereld als handelaren en zakenlui. Na de genocide door het Turkse leger in 1915 kwam er een massale migratie op gang, die de Armeniërs over de hele wereld verspreidde. Van de 4 miljoen Armeniërs die in de diaspora leven, wonen er ongeveer 5000 in Nederland, met Almelo als 'hoofdstad'. In Assen werd echter onlangs de geschiedenis van de Armeniërs op een luidruchtige manier opgerakeld. Grote delen van de Turkse gemeenschap reageren als door een adder gebeten op het Armeense initiatief om een monument ter gedenking van de genocide op de Armeniërs te plaatsen. Een reconstructie. (Aangepaste versie d.d. 21/12 2000)

Twistpunt 1915-1916
De Armeense gemeenschap bestaat uit migranten en vluchtelingen uit Turkije, waar zij nog steeds vervolgd worden en tweede- en derde generatie Armeniërs, kinderen van de overlevenden van de Turkse genocide op de Armeniërs. Zo'n 1200 van hen wonen in Almelo, vooral Armeniërs uit Sirnak uit Oost-Turkije en uit Irak. Armeniërs uit Diyarbakir, de niet-erkende hoofdstad van Koerdistan, wonen vooral in Amsterdam en de groep Armeniërs rond Den Haag, Dordrecht en Rotterdam komt uit Iran en het huidige Armenië. Armeniërs zijn overwegend christenen en, volgens onderzoekers, over het algemeen goed geïntegreerd in de Nederlandse samenleving.(1)
Turkije heeft de genocide van 1915-1916 uit de geschiedenisboekjes geschrapt. De Turkse autoriteiten ontkennen iedere verantwoordelijkheid voor de systematische moord op 1,5 miljoen Armeniërs. Men spreekt liever over mensvriendelijke verplaatsing, of over oorlogsdoden, waarbij men benadrukt dat er ook aan Turkse zijde slachtoffers vielen. Het Ottomaanse regime in die tijd vreesde dat Armeniërs en Koerden wel eens beslag konden gaan leggen op de oostelijke provincies. De oplossing voor dit probleem was turkificatie. Turken en moslim-immigranten uit Macedonië en Bulgarije - verjaagd als gevolg van eerdere oorlogen op de Balkan - werden gedwongen zich in het oosten te vestigen. Dat kon alleen door ruimte te creëren voor die groepen. Armeens eigendom werd massaal in beslag genomen en de genocide werd bureacratisch geregeld. Voor de genocide waren er speciale legerdiensten. Niemand mocht Armeniërs vermoorden zonder toestemming, wie ze op de verkeerde plek ombracht kreeg moeilijkheden. (2) Twee miljoen Armeense christenen werden naar concentratiekampen langs de Eufraat in de Syrische woestijn gedeporteerd. Tijdens deze transporten vielen de meeste doden. Naast ontkenning van de genocide, stelt Turkije het aantal slachtoffers constant ter discussie. Wetenschappers schatten het aantal slachtoffers tussen de 800.000 en 1,5 miljoen. Turkije ontkent ook immer dat het een doelgerichte politiek was om de Armeniërs uit te roeien. Als laatste, en misschien meest heikele punt, vindt Turkije dat zij, als in 1923 gestichte Turkse Republiek, niet verantwoordelijk gehouden mag worden voor het regime van het Ottomaanse rijk. Volgens Turkoloog EJ Zürcher zou dat hetzelfde zijn als Duitsland zou ontkennen iets te maken te hebben met de daden van het Duitse Rijk. De eerste schadeclaims van Armeniërs zijn echter onlangs ingediend. (3)

Gedenkteken
De Armeniër Nicolai Romachuk, behorend tot de 200 zielen tellende Armeense gemeenschap in Assen heeft in de zomer van 1999 het plan opgevat om een gedenkteken te plaatsen. Het kruis van steen, uit de bergen van Armenië, moet geplaatst worden langs de openbare weg. Romachuk wil zijn vermoorde ouders, voorouders en landgenoten op de jaarlijkse herdenkingsdag 24 april (4), kunnen herdenken. De gemeente Assen wil het verzoek afwijzen omdat, zo zegt gemeentevoorlichter Dorine Rensen 'geen aantoonbare relatie bestaat tussen Assen en de Armeense gemeenschap'. Maar door een 'ambtelijke fout 'geeft zij in een brief op 28 december toestemming voor het plaatsen van het gedenkteken. Na een pittig gesprek met Romachuk probeert de gemeente de schade te beperken en gaat Romachuk akkoord met een veel kleiner gedenkteken op begraafplaats De Boskamp en een aangepaste tekst, waarin het woord genocide niet voorkomt.
Vervolgens breekt een storm van protesten los vanuit de Turkse gemeenschap in Nederland. Het haalt ook direct de voorpagina's van de dagbladen in Turkije. Woordvoerder S. Gundogan van de Turkse Culturele Vereniging mobiliseert zijn aanhang. De Turkse ambassade in Den Haag en het Turkse consulaat in Deventer laten van zich horen. De 'landelijke Turkse delegatie' overweegt juridische stappen tegen het monument. Later blijkt het hier te gaan om het Inspraakorgaan Turken (IOT). Een delegatie uit Utrecht spreekt met het Assense college van B & W, maar de gemeente Assen ziet geen kans meer om het besluit van de commissie voor bezwaar- en beroepsschriften, waar Romachuk gelijk van kreeg, terug te draaien. Mocht de gemeente het monument weigeren, dan betalen zij een fikse schadevergoeding. Het IOT overweegt een procedure aan te spannen voor de bestuursrechter door de Turkse vereniging Assen, een kort geding en zelfs een zaak voor het internationaal gerechtshof in Den Haag. (5) Het bezwaar tegen de beslissing van B & W werd op formele gronden echter afgewezen door de rechtbank te Assen; de termijn was verstreken.
In het Turks-Nederlandstalige weekblad Dünya wordt gesproken over het 'haat-monument' en opgeroepen voor een demonstratie op 13 mei. Ilhan Karacay van Dünya probeert vervolgens te ontkennen dat zij een hetze heeft ontketend tegen de Armeense gemeenschap. Artikelen uit Dünya werden vertaald en op internet gezet. Karacay noemt de Armeense initiatiefnemers 'schooiers' en burgemeester Van As-Kleywegt van Assen een 'dove Sultan'. (6)

Opstelling bestuur Assen
B & W van Assen stellen vervolgens nieuwe regels op voor de plaatsing van monumenten voor etnische minderheden. De gemeenteraad wordt vervolgens eerst geraadpleegd. Volgens Dünya heeft de gemeente Assen gezegd dat Romachuk een nieuwe aanvraag moet indienen. Maar het enige wat er gebeurt is dat de beslissing voor plaatsing van het monument vier weken ter inzage ligt, zodat mensen bezwaar kunnen maken. Het gaat echter alleen om plaats, vorm en tekst van het monument. Romachuk had eerder al de tekst aangepast: 'Ter herdenking van onze Armeense voorouders uit de periode 1910-1920.' Niets verwijst naar genocide van 1915-1916. Romachuk is inmiddels, na bedreigingen, verhuist en heeft een geheim nummer genomen. Sosi Bayatian, lid van het Armeense comité 24 april is verontwaardigd: "Zonder de tekst genocide betekent het monument niets voor ons. Waarom zeggen: het is niet gebeurd? Nederland heeft genoeg documentatie hierover. In Brussel, in Frankrijk, in Engeland, overal staat de term genocide op Armeense gedenkstenen. Ik snap niet waar de burgemeester van Assen zo bang voor is."
In mei dit jaar werd er een protestpetitie door de Turkse gemeenschap aangeboden. Het werd vergezeld van een persbericht dat zich keert tegen het initiatief van Romachuk en diens historische besef. "De Asser gemeenschap is een moderne samenleving waarin geen discussie past over wel of niet gepasseerde zaken uit het verleden", zo staat er te lezen. (7)
De gemeente Assen is meer bezorgd over aanslagen, die zouden zijn gepland door de Grijze Wolven. Tot op heden is er niks gebeurd en de demonstratie van 13 mei werd afgeblazen. Ilhan Karacay dreigt in weekblad Dünya wel om de steen weg te halen, als-ie geplaatst wordt. Voorzitter Mohammed Uysal van de Turks Islamitische Culturele Federatie (TICF) laat doorschemeren dat er wel eens gewelddadig optreden kan volgen als het monument er komt. (8) Op 24 april wordt alsnog het monument ingezegend, in de Armeense kerk in Almelo. Nu wordt er geprotesteerd door de Turkse verenigingen in Almelo. Volgens voorzitter Atabek van de vereniging Atatürk zal de komst van het monument de goede verhoudingen tussen Turken en Armeniërs in Almelo flink verstoren. (9) In Assen gaan ondertussen de protesten door en na vier weken inzage in het besluit, zijn er 1907 bezwaren binnengekomen; 913 voor het monument, 994 tegen. Ondertussen had het comité 24 april een brief naar minister-president Kok gestuurd, om hem een politieke uitspraak over de genocide te ontlokken. Hier is echter niets meer van vernomen. In augustus sturen Turken uit binnen- en buitenland zogeheten mail-bommen naar leden van de Tweede Kamer, dagbladen en de gemeente Assen, waardoor de gemeente noodgedwongen haar email-adres moet veranderen. Ook diverse gemeenteraadsleden veranderden hun electronische adres omdat hun computers thuis op hol raakten van de enorme hoeveelheid e-mail. Organisator van het mail-bommen-offensief was meneer Gundogan van de Turks Culturele Vereniging Assen.

Hoe nu verder?
Op 18 augustus worden volgens de Turkse media 380.000 handtekeningen aangeboden aan loco-gemeentesecretaris Simon van Midden van Assen. Deze handtekeningen zijn wereldwijd opgehaald, in Nederland zijn er volgens Uysal 200.000 verzameld. Zelfs voorzitter Yavuz Kuscu van de Turkse gemeenschap in Oostenrijk en G. Geng van het Turks Forum in de Verenigde Staten waren naar Assen gekomen om protesthandtekeningen te overhandigen.
In de Drentse Courant van 23 augustus verklaart chef afdeling voorlichting van de gemeente Assen, Maarten Ton echter dat er maar zo'n 5000 handtekeningen zijn verzameld. Zo'n 4000 zouden uit Nederland komen, 1.500 uit Oostenrijk en er werd nog een discette overhandigd. Ton geeft aan geïrriteerd te zijn over de acties en houding van de Turken. Gundogan van de TCV Assen zegt dat de gemeente niet goed telt, volgens hem vertegenwoordigt iedere handtekening van een vereniging alle leden van zo'n organisatie.
Eind oktober komt de gemeentelijke commissie beroep- en bezwaarschriften met een advies aan Burgemeester en Wethouders van Assen om strenge voorwaarden te verbinden aan de steen van Romachuk. De vergunning moet worden herzien, omdat Romachuk "aan het herdenken een ruimere strekking wil geven dan het college heeft bedoeld." De commissie vindt dat in de nieuwe vergunning, als die er al komt, moet worden opgenomen dat er geen herdenkingen mogen plaatsvinden bij de steen. Als klap op de vuurpijl moet worden nagegaan of Romachuk wel daadwerkelijk familieleden heeft verloren in de periode 1910-1920. Het enige bezwaar (van de duizenden protesten, werden er 934 in behandeling genomen, waarvan er 26 volgens de wet direct belanghebbend waren) wat volgens de commissie gegrond mag worden verklaard is die van de Turks Islamitsiche Culturele Vereniging in Assen. Op 24 november sprak het college van B & W van Assen over het advies van de commissie en besloot om de bezwaren van de TCV niet te honoreren. B & W blijft bij het standpunt dat de gedenksteen moet worden gezien als persoonlijk initiatief. Dat initiatiefnemer Romachuk het woord genocide heeft gebruikt, in de aanvraag en in de media, moet volgens B & W geschaard worden 'onder gedachten waar het college niet kan en wil treden'. De acht federaties, die volgens Gundogan samenwerken in het landelijke Turks Comité, willen het besluit met 'alle democratische middelen bestrijden', wat in ieder geval een gang naar de rechter betekent. Ook de landelijke organisatie Turks Forum zegt dat B & W een 'politiek statement' heeft gemaakt en zich daarmee tegenover de Turkse gemeenschap heeft geplaatst. Voorzitter Genc daagt de gemeente Assen uit om haar bewijzen voor de volkerenmoord op tafel te leggen. Tegelijk werpt hij het plan op voor een Turks monument, ter herdenking van de Turkse doden in de periode 1906-1922, omgebracht door Armeniërs. Op 21 december dient het Turks Forum Nederland inderdaad een officiële aanvraag in voor een herdenkingsmonument, vanwege 'de gruweldaden van de Armeniërs' wat geleid zou hebben tot '517.955 Turkse doden'. De gemeente Assen heeft de aanvraag nog in onderzoek. Het Turks Forum sluit acties niet bij een eventuele afwijzing.

Elders in de wereld
Ook in de Verenigde Staten speelt de kwestie rond de erkenning van de genocide op de Armeniers. Toen de commissie Internationale Betrekkingen en Mensenrechten van het huis van afgevaardigden de resolutie goedkeurde, trok Turkije woedend aan de bel. Ze dreigde de vliegrechten op de basis Incirlik in Turkije, vanwaaruit de VS nog steeds bombardementsvluchten uitvoert op Irak, in te trekken en dreigden het olie-embargo tegen Irak te verbreken. Het hielp, Bill Clinton en het Amerikaanse congres hielden de resolutie tegen. Eerder al had Turkije Frankrijk en Israel onder druk gezet. Wel is het in de staat Californie nu mogelijk voor nabestaanden van slachtoffers van de genocide om schadeclaims tegen verzekereraars in Europa en Azie in te dienen, die tijdens de genocide bezittingen van Armeniers verkochten. Het Europees Parlement ging niet zover, in weerwil van een eigen resolutie uit 1987 dat de genocide erkend. Wel stelde het Europees Parlement bij krappe meerderheid op 15 november dat Turkije als voorwaarde voor toetreding tot de Europese Unie de genocide moest erkennen. Dit krijgt zeker nog een staartje.
In Berlijn demonstreerden half oktober 5000 Turken tegen de resoluties. Een andere reactie van Turkije was het oprichten van een studie-centrum ter onderzoeking van de Armeense claims op de genocide begin oktober in Erzurum, Oost-Turkije. Hilmar Kaiser, een Duitse onderzoeker die op diverse congressen lezingen hield over de genocide op de Armeniers en het geplande, systematische karakter ervan, is de toegang ontzegd tot de Ottomaanse archieven in Istanboel. Ook de vice-premier van Turkije, de Grijze Wolf Devlet Bahceli deed een duit in het zakje; "Nooit zullen we hen vergeven die Turkije voor de ogen van de wereld belasteren en criminaliseren. (...) De problemen die we tegenkomen als de schadeclaims worden toegekend zijn enorm en de gevolgen zullen desastrues zijn. We zullen dan ook steviger maatregelen moeten nemen." (10) Ondertussen werd er in Sydey, Australie een genocide-monument geopend, voor de 30.000 leden tellende Armeense gemeenschap daar. Ondanks Turkse druk, een brief van president Necdet Sezer en een bezoek van een zware Turkse delegatie aan de Senaat, erkende de Franse Senaat de genocide op de Armeniërs op 11 november jongstleden. Op dit moment speelt er hetzelfde in Italië. Ook in Israël kan de genocide inzet worden van een conflict; de Israëlische minister van onderwijs, Jossi Sarid, vindt dat schoolboeken van middelbare scholieren aandacht moeten besteden aan de Turkse genocide. Sarid was de eerste Israëlische minister die de jaarlijkse herdenking van de Armeense gemeenschap in Israël bijwoonde. Hij hekelde 'degenen die hun ogen voor deze genocide gesloten willen houden.' Dat hij hiermee de toorn op de hals kan halen van de nationalistische Turken, de grootste pro-Israëlische lobby in Turkije, neemt hij kennelijk voor lief.

Hoe nu verder?
De NAVO-partner en het kandidaat-lid van de Europese Unie Turkije mag niet beledigd worden, zo blijkt uit de woorden van woordvoerder De Bruin van Buitenlandse Zaken: "We moeten hierbij de nadelen van een bevriende natie te beledigen afwegen tegen de mogelijke voordelen. En we hebben er nadeel bij als we een uitspraak doen over genocide." Dat staat haaks op de resolutie van het Europees Parlement van 18 juli 1987 waarin de genocide in Turkije heel expliciet erkend en veroordeeld wordt. (11) Turkije laat keer op keer blijken de beschuldigingen en historische feiten niet te kunnen weerleggen en slechts met het gebruik van spierballen en het dreigen met economische en militaire sancties, landen die de resolutie willen aannemen onder druk te zetten.
De onverzoenlijke en intolerante houding van delen van de Turkse gemeenschap in Nederland is onacceptabel, ook al is het Turkse regeringspolitiek. De huidige machthebbers in Turkije, de 'sociaal-democraten' van Ecevit (verantwoordelijk voor de invasie op Cyprus in 1975) en de MHP-Grijze Wolven van Bahceli, zijn doodsbang voor schadeclaims van Armeense slachtoffers en toekomstige schadeclaims van bijvoorbeeld Koerden. Bovendien druist zo'n historische terechtwijzing in tegen de trotse, nationalistische, patriottische gevoelens van de meeste Turken, een gevolg van de indoctrinatie van de leer van Ataturk. Er zijn inmiddels afdoende wetenschappelijke en historische bewijzen dat de genocide heeft plaatsgevonden.
Als men wil werken aan verzoening tussen beide volkeren, zal Turkije de genocide moeten erkennen, deze erkenning zou ook een democratiserende werking kunnen hebben op het huidige beleid van de regering. Ook de Turkse gemeenschap in Nederland zou daaraan kunnen bijdragen, in plaats van te blijven hangen in conservatieve en ultra-nationalistsiche haatgevoelens en zich als loopjongen van de Turkse regeringspolitiek te laten inzetten. Een krachtig protest van anti-racisme organisaties in Nederland draagt wellicht bij tot een open discussie in Nederland, zonder haat en bedreigingen.

Noten:
1): Onze Wereld januari 2000
2): NRC 27/5 2000
3): Volkskrant 9/5 2000
4): Op 24 april 1915 liet de Turkse regering van Enver Pasja tussen de 600 en 1500 Armeense intellectuelen ombrengen (Nederlands Dagblad 12/5 2000)
5): Drentse Courant 7/3 2000
6): Dünya 8-14 april 2000
7): Nederlands Dagblad 12/5 2000
8): Katholiek Nieuwsblad 26/5 2000
9): Tubantia 26/4 2000
10): Turkish Daily News 11/10 2000
11): Katholiek Nieuwsblad 26/5 2000

back