alert!

Na het verbod van Blood & Honour
Redactie Alert!

De reactie van Blood & Honour op het op 14 september 2000 ten uitvoer gebrachte verbod van de afdeling Duitsland van deze organisatie en diens frontorganisatie White Youth is opmerkelijk. Afgezien van koppige 'Wij gaan door'-leuzen was er namelijk geen enkele reactie. De kwestie hoe het nu verder moet, bezorgt het neonaziskinhead- netwerk klaarblijkelijk weinig hoofdbrekens. Waarom ook? De zaak blijkt ook zonder een identiteitsgevend label prima te lopen. Dat het verbod nauwelijks intimiderend zou werken en al helemaal niet zou lijden tot het verdwijnen van de B & H-structuren, wordt alleen al bewezen door de nuchtere cijfers: bij de circa 300 tot 500 leden van B & H en White Youth vonden in heel Duitsland slechts 45 huiszoekingen plaats. Daarnaast was de in beslag genomen 'oorlogskas' van 73.000 mark waarschijnlijk peanuts vergeleken met de geweldige winsten die de verkoop van illegale cd's oplevert. De officiële B & H postbus in Werder an der Havel was nog vele weken in bedrijf. De klanten en andere geïnteresseerden werd aangeraden in de toekomst vanwege veiligheidsoverwegingen een beroep te doen op contactadressen elders in Europa. De distributie van het Blood & Honour-magazine nummer 9, tenslotte één van de hoofdredenen voor het verbod, ging dus vrolijk door. De klanten kregen hun bestellingen of vanuit Nederland dan wel vanuit de omgeving van Hamburg. De autoriteiten hadden nota bene al in maart 2000 mediabewust de inbeslagname van 1500 exemplaren van nummer 9 in Berlijn, Sachsen-Anhalt en Bayern bekendgemaakt. Niet alleen het blad, maar ook de bijgevoegde CD bevatte strafbare teksten en symbolen. In het blad eist B & H onder andere een "...Groot-Duitsland! Zonder geschiedenisleugens, wetsterreur en rasvreemde elementen, binnen de volkenrechterlijk geldende Oost-grenzen van 1914."
Deze exemplaren had de leider van B & H-Duitsland Stephen Lange, alias 'Pinocchio', afgehaald in een drukkerij in de Harz. Het met spanning tegemoet geziene proces tegen hem vanwege deze kwestie vond echter niet plaats. Zonder veel ophef seponeerde de Berlijnse openbare aanklager de zaak na de betaling van een boete. Net zo gewoontjes verliep een proces tegen het B & H-lid Bernd Peruch in januari 2001 voor het kantongerecht in Bamberg. De 26e jarige geluidstechnicus had in opdracht van de Berlijnse leiding 4500 exemplaren van nummer 9 in een drukkerij in Bamberg laten drukken. Van deze 4500 exemplaren konden er slechts zes bij een huiszoeking in maart 2000 in beslag worden genomen.
Peruch staat bekend als leider van de al jaren actieve B& H-afdeling Franken, als propagandist voor de anti-antifa terreurgroep Combat 18, de gewapende arm van B & H, en als zanger van de subversieve, fascistische B & H-band Hate Society. Zodoende behoort hij tot de meest actieve activisten van het Duitse B & H-netwerk. Desondanks beschikte het kantongerecht niet over aanwijzingen of en in welke mate hij leidinggevend betrokken was bij B & H. Peruch probeerde zich met hulp van zijn advocaat, af te schilderen als een randfiguur die "vooral in muziek was geïnteresseerd". De eigenaar van de drukkerij prees het nauwgezette betalen door zijn klant en de kantonrechter liet het, ondanks talrijke waarschuwingen van de politie aan de verdachte, bij een weliswaar forse boete van 4200 mark.
Personen afkomstig uit de Frankische B & H-structuur zitten waarschijnlijk ook achter een anoniem hotmail-adres, die verzoeken om nationaal-socialisme verheerlijkend materiaal, en dat dus vaak ook een racistisch en antisemitisch karakter heeft, doorgeeft aan 'kameraden' in het nabije buitenland. Juist vanwege de sterker wordende vervolging door de staat winnen deze ondergrondse verkoopmethoden in toenemende mate aan betekenis. Inmiddels bestaat er een nauwelijks te overzien netwerk van talloze kleine postorderbedrijfjes, die hun klanten bereiken middels anonieme e-mail- adressen, via met een omweg doorgegeven mobiele telefoonnummers of standjes op concerten en andere bijeenkomsten.

Handel
De zeer lucratieve handel met illegale cd's is sinds jaren één van de speerpunten van de B & H-structuur. Dat het B & H-logo bij de productie en distributie van cd's, platen en cassette's "onveranderd een grote aantrekkingskracht" heeft binnen de extreem-rechtse sien, moet heden ten dage zelfs de Verfassungsschutz toegeven. Een breed aanbod van Amerikaanse, Franse en scandinavische verkopers zorgt ervoor dat ook het extreem-rechtse milieu rond de B & H-sien ten allen tijde toegang heeft tot dit materiaal. NS-Records en het postorderbedrijfje van Blood & Honour Scandinavia (jaren lang actief onder de naam NS 88 (1)), die de voornaamste filialen van B & H zijn, beschikken samen over een lijst van circa 8400 klanten. Daarvan komen er circa 5000 uit Duitsland.
De aanwezigheid van B & H op internet, respectievelijk de Duitstalige en op Duitsland betrekking hebbende informatie op het net, heeft duidelijk geleden onder het verbod. Wie echter op internet zoekt naar White Youth, die vindt ook nu nog gewoon de site van deze club, echter met de mededeling dat de webmaster geen lid van White Youth is. Ook in dit métier heeft een verplaatsing van de activiteiten naar het buitenland plaatsgevonden. Veel Duitse opruiende sites zijn inmiddels ondergebracht bij buitenlandse providers.
De Blood & Honour-structuren schijnen kwetsbaarder te zijn voor de in de meeste deelstaten van de BRD bestaande speciale regelgeving voor concerten. Deze regelgeving werd gecreëerd om het "optreden van de politie en autoriteiten belast met handhaven van orde bij bijeenkomsten van rechts-extremisten (...) fundamenteel te regelen". De autoriteiten hebben zich inderdaad in de afgelopen maanden meer ingespannen om neonazistische concerten te verbieden door verboden, het optreden van de politie en speciaal daarvoor opgerichte eenheden.

Uitwijken
De neonazistische sien reageerde nerveus en gewelddadig op deze aanpak. Dat valt ondermeer te zien op 23 september 2000 in Laave (bij Lüneburg) toen 45 agenten bij een veldslag in een zaal gewond raakten en op 3 februari 2001 in Hamburg. De bereidheid om 'haar' concerten en daarmee 'haar' leefwereld militant te verdedigen is duidelijk toegenomen. Maar ook hier biedt het buitenland allang aangetoonde uitwijkmogelijkheden. Sinds het verbod vonden er B & H- concerten plaats in Zweden, Zwitserland, Hongarije en in Elzas Lotharingen (Frankrijk). Tijdens deze concerten traden Duitse bands op, en was er Duitse technische ondersteuning. Tevens was een groot deel van het publiek Duits. Er is juist met de B & H-afdelingen in Scandinavië en het Franstalige deel van Zwitserland (B & H Romandië) in de afgelopen jaren een dynamische samenwerking tot stand gekomen.
De websites en publicaties van deze afdelingen, zoals bijvoorbeeld de maandelijks in het Engels verschijnende 'political and cultural newsletter of B & H-Romadie' ontwikkelen zich in toenemende mate als een nieuwsbron voor het Duitse B & H-netwerk.
Voorlopig kan worden geconcludeerd dat het verbod van B & H weliswaar een klap was voor het label, maar geenszins voor het netwerk achter dit label. Voor sommige groepen mag het verlies van de naam misschien identiteitsproblemen opleveren. De harde kern zal echter weinig onder de indruk zijn van dit verlies. De mobilisering en de distributie gaat gewoon door, of dit nu onder een andere naam, een code '28' (BH) of naamloos geschiedt doet er verder weinig toe.

Bewerking van artikel van Michael Weiß, Der Rechte Rand, nr. 69, maart/april 2001

Noot:
(1): Na de dood van Marcel Schilf op 23 januari 2001 zijn de activiteiten van NS '88 en B & H Skandinavië overgenomen door de 25-jarige Ronald Schröder uit Berlijn, vanaf 1996 al enigszins betrokken bij NS'88. Vanaf mei 2000 is hij ingewerkt door Schilf en runt nu samen met de Noorse neonazi Erik Blücher in Allerum, Zweden het bedrijf. Schröder werd de afgelopen maanden driemaal bij razzia's door de Zweedse politie gecontroleerd in verband met B & H-activiteiten.

back