alert!"We doen het zo weer!"

J. Bosch en P. Kraaijer

Interview met Wim Anker, advocaat van CP'86

De moordende pensionhoudster uit Anjum, een fietsendiefstal, de ontvoerder en moordenaar van Gerrit-Jan Heijn, het afdwingen van een rookcoupé in de Wadloper (lokale boemel tussen Leeuwarden en Harlingen), verdachten in de zaak Tjoelker, het maakt de gebroeders Anker allemaal niet uit. Zij verdedigen iedereen, maken geen onderscheid. Dus ook niet voor de extreem-rechtse partij Centrum Partij '86 (CP'86), neonazi Gerrit Fokke G. of individuele leden van de CP'86. Ook zijn de gebroeders Anker bekend van carnaval, vele talkshows en talloze interviews in Nederland. Dit was echter niet onze invalshoek.
Waar vele collega's het laten afweten of het niet aandurven om fascisten en racisten te verdedigen, springen juist de gebroeders Anker in de bres. Al vanaf begin jaren tachtig op zoek naar de grenzen van het strafrecht, naar de lacunes in de wet, naar proefprocessen en er keer op keer voor proberen te zorgen dat de arm van het openbaar ministerie of justitie niet uitschiet. Binnen de anti-racismebeweging zijn de gebroeders Anker verguisd en talloze malen veroordeeld vanwege het verdedigen van CP'ers en andere extreem-rechtse figuren. De redactie van Alert! besloot op zoek te gaan naar hun drijfveren. We spraken met Wim Anker.

Wanneer is het eerste contact ontstaan tussen extreem-rechts en de gebroeders Anker?

Anker: "Zo'n 8 tot 10 jaar geleden was er een strafzaak tegen een CP'er in Leeuwarden. Ik meende dat het iets met het uitdelen van pamfletten te maken had. Ze hadden natuurlijk gehoord dat mijn broer en ik specialisten waren in strafrecht en dat we geen onderscheid maken tussen cliënten. Zodoende kwamen later nog meer CP'ers en neonazi's bij ons terecht. Ons principe is dat we niet kijken naar de aard en de ernst van de zaak en niet naar de overtuiging van de cliënten. Als mensen opgelet hebben, hebben mijn broer en ik nooit een persoonlijke mening gegeven over onze strafzaken zoals die met de CP'86. Wij hebben uiteraard een duidelijke mening, maar dat is een privé-mening. Wij moeten wel uiterst professioneel tegenover ons vak staan. Wij staan altijd achter onze cliënt, maar nooit achter het delict. Bovendien, en dat zit diep in ons karakter, gaan wij confrontaties niet uit de weg. In de grondwet staat dat iedereen recht heeft op juridische bijstand, dan moet je ook geen onderscheid gaan maken. Wij geven handen en voeten aan dat grondrecht."

Hanteren jullie geen grens in de aanname van zaken?

Anker: "Als de CP'86 of andere clubs morgen bellen, hoef ik het er niet eens met mijn broer over te hebben; we doen het weer. Als Dutroux zou bellen doen we hem ook. Wij zijn er, nogmaals, om ervoor te zorgen dat de arm van justitie niet uitschiet, dat de balans in de rechtspraak gehandhaafd blijft. Als je kijkt naar die zaak tegen neonazi G. Neonazi's op het bordes, Mobiele Eenheid daarvoor en 1000 mensen op het plein voor het Hof in Leeuwarden. Dat had iets van een volksgericht en wij moesten er eigenlijk voor zorgen dat het Hof niet zou zwichten onder druk van de publieke opinie."

Uw broer en uzelf hebben nogal wat te verduren gehad in die zaak...

Anker: "Nou, dat kun je wel stellen. Vier dagen lang, in de aanloop naar het proces, is ons kantoor belaagd. Een enorme leus sierde het pand, er stond 'Vrijpleiter van fascisten', het pand werd beklad met posters met het hoofd en de personalia van G. erop, er werd stinkende smurrie door de brievenbus gekieperd en het pand werd beschoten met verfbommen, in alle kleuren. De leus hebben we laten staan, we hadden begrip voor de zetters, maar het was helaas anoniem. Wij wilden graag in discussie met hen. Bovendien lieten we de leus ook uit praktische overwegingen staan; haal je hem weg, staat er zo weer een nieuwe. O ja, en deze (Anker staat op en loopt naar de kast achter ons en laat een flinke baksteen zien) lag op een ochtend, een jaar of twee geleden met een CP-zaak, ook binnen, door het raam geknikkerd. Bij de luxaflex daar kun je de beschadiging nog zien. Als we er nog een hebben, gaan mijn broer en ik paaltjesvoetballen, de bal hebben we al... Nee, alle gekheid op een stokje, je moet niet bang zijn in dit vak. Maar zoals gezegd hadden we begrip voor de reacties, en hebben we oproepen gedaan via de Friese radio om in debat te komen met tegenstanders van ons verdedigen van G. Later hebben we een uur lang gediscussieerd op de Friese TV met de voorzitter van het Frysk Antifascisme Komitee (FAFK) over deze kwestie. Dat is later op verzoek nog een keer herhaald, zo goed vonden mensen het."

(Noot redactie Alert!: De rechtszitting leverde ernstige ongeregeldheden, vernielingen, geweld en vijftien aanhoudingen op. Er werd zeveneneenhalf jaar geëist tegen G. wegens 22 delicten in anderhalf jaar, waaronder het verwonden met een pistoolschot in de hals van een 31-jarige stadgenoot.)

Hebben jullie na deze periode niet overwogen om te kappen met het verdedigen van neonazi's?

Anker: "Integendeel! Het was een hele zware periode, vooral omdat we ons na ons werk moesten verdedigen tegen familie, kennissen, in het dorp, in de schouwburg, op een verjaardag, noem maar op. Iedereen sprak je erop aan. Ook hier op kantoor begint een deur verder de discussie al en in de tijd dat het kantoor hier werd belaagd vroegen ze ook of het wat minder kon. Het is hier een commercieel kantoor, met bijvoorbeeld de gemeente als cliënt. Nou, dat kon dus niet, want wij willen ten alle tijde voorkomen dat het komt tot een soortement van publieke lynchpartij. We proberen justitie in het gareel te houden."

Wat ons bezighoudt is de vraag hoe je mensen kan verdedigen die de holocaust ontkennen en met hakenkruizen lopen. Moordenaars verdedigen, tja, maar het verdedigen van mensen die aan de ene kant een van de gruwelijkste episodes uit de geschiedenis ontkennen en die aan de andere kant verheerlijken....

Anker: "Ik blijf zeggen dat ik over de inhoudelijke en morele kant van de zaken van dit soort cliënten geen uitspraak kan doen. Ik scheidt mijn privé-mening strikt van mijn werk. Laat ik het scherp stellen, ik heb over het algemeen geen sympathie voor de delicten van mijn cliënten. Wel zijn er nog heel veel cliënten waar we nog regelmatig langs gaan en die ik als mens wel waardeer."

En als de Centrum Democraten, die in hun programma pleiten voor de afschaffing van artikel 1 van de grondwet, zouden bellen?

Anker: "Het afschaffen van dat artikel vindt ik verwerpelijk, maar wij kijken niet naar die achtergrond, wij kijken sec naar de zaak, de strafrechtelijke, juridische kant."

Hoe gaat het eigenlijk met de CP'86? Jullie hebben toen die laatste zaak voor het OM in Amsterdam gedaan, die artikel 140 procedure. Hoe staat het er nu voor? Wij hadden begrepen dat in oktober een vordering tot verbodsverklaring op de rol staat.

Anker: "Dat doen wij niet, dat is een civiele procedure."

Maar jullie krijgen nog enige duizenden guldens van hen?

Anker: "Daar kan ik geen uitspraak over doen."

De CP'86 zit natuurlijk nu op een dood spoor. De bestuursleden Teijn en Mordaunt zijn opgestapt, voorzitter Freling is er met de Rotterdamse partijkas vandoor en is tot op heden spoorloos. Wij denken dat u kunt fluiten naar uw geld.

Anker: "Tja. De enige discussie die mijn broer en ik een keer hebben gehad over deze zaken was dat we moesten uitkijken dat we geen vluchtheuvel zouden worden voor extreem-rechtse organisaties. Verder bekijken we alles strikt 100 % juridisch. Dit soort zaken gaan natuurlijk als een hete kroket de kantoren langs, niemand wil zijn vingers eraan branden. Een jaar of drie geleden hadden we hier in Leeuwarden een zaak tegen 5 CP'ers, waarvan wij er drie bijstonden en twee advocaten uit het midden van het land die andere twee deden. Maar die advocaten wilden absoluut niet in het nieuws komen. Toen hebben wij gezegd dat dat belachelijk was. Ikzelf heb toen in de krant een artikel geschreven over een nieuwe trend. Eerst had je de anonieme getuige, toen na het de ontruiming van het kraakpand WNC in Groningen de anonieme verdachte en nu heb je de anonieme advocaat. Ik vind dat niet kunnen. Je hebt als advocaat ook een publieke functie, een pr-functie."

Hoe zit het nu precies met die veroordeling van de CP'86. Er bestaan nogal wat misverstanden over.

Op 1 oktober 1997 bevestigd de Hoge Raad een eerdere veroordeling van CP'86. De vervolging van de partij begint in september 1993 met een huiszoeking bij de bestuursleden Stewart Mordaunt, Wim Beaux, Tim Mudde en Wim Wijngaarden. Een huiszoeking bij Theo Termijn mislukt, omdat hij verhuist blijkt te zijn. Verder wordt in Duitsland huiszoeking gedaan bij de drukker van de partij. Er worden in totaal 26 verhuisdozen in beslag genomen. Al deze spullen vormen samen met stapels proces-verbalen die ooit tegen de partij en partijleden zijn opgemaakt, de basis voor het proces dat uiteindelijk op 21 maart 1995 in Amsterdam begint. Voor dit proces worden de hierboven genoemde bestuursleden minus Theo Termijn gedagvaard. Verder moeten ook de nieuwe voorzitter Henk Ruitenberg en de partij zelf zich tegenover de rechter verantwoorden. De rechtbank veroordeelt de bestuursleden tot f 5000,- en de partij tot f 10.000,- boete. In februari 1997 blijkt dat justitie het in Amsterdam zo druk heeft dat ze niet in staat is om de zaak tegen de partij voor de Hoge Raad te brengen. Na enige persaandacht en kamervragen kwam het uiteindelijk wel tot de Hoge Raad. Deze verlaagt de boetes tot f 2000,-, omdat de zaak zolang heeft geduurd. De vereniging CP'86 is nu lid van een criminele organisatie, maar is zij niet de organisatie zelf. Volgens justitie is CP'86, op grond van haar organisatiestructuur en politieke ideologie, wel het hart van deze organisatie. Martijn Freling, inmiddels secretaris van CP'86, kondigt aan in beroep te gaan bij het Europees Hof.

Anker: "We gebruiken de zaak vaak in lezingen die we door het hele land geven. Het was een hele hectische zaak. Het duurde sowieso vier dagen en er lag een enorme druk op het geheel. Mijn broer en ik besloten de zaak te verdelen, ik deed de PR en mijn broer pleitte al die dagen. Ik zat daarbij en wist op het moment dat de zaaldeuren opengingen en de pers daar massaal stond te wachten, precies wat ik wel en niet moest zeggen. Zodoende kon mijn broer even uitrusten. Het bestuur is, samen met de personen en organisaties die de CP'86 vormen, veroordeeld tot criminele organisatie. Niet de CP'86 dus. Hierdoor zijn afzonderlijke partijleden geen lid van de criminele vereniging. Het was denk ik een belangwekkende zaak, zoals we die graag doen. Op het randje. Artikel 140 vonden we hier absoluut niet in passen en dat hebben we dan ook bestreden. Wat je ook als publiek vind van de inhoud van strafzaken, de grenzen worden uiteindelijk vastgesteld door de Hoge Raad. Zoals die kwestie met Ras en Nationaliteit."

Ras en Nationaliteit
In 1993 werden vier leden van de Centrumpartij door het Gerechtshof in Leeuwarden ontslagen van rechtsvervolging. Zij stonden terecht wegens het verspreiden van racistische pamfletten in Drachten. In de pamfletten stonden teksten als: "Wij hebben er nu echt genoeg van : van die invasie van horden vreemdelingen, van die meedogenloze criminaliteit, van die gedwongen multi-raciale hutspot. Wij zijn het spuugzat. U ook?" Toch werd er afgezien van rechtsvervolging omdat de mensen tegen wie de folders zijn gericht niet duidelijk zijn omschreven. Er is dan geen sprake van racisme. Nergens in de pamfletten werden huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming vermeld, zoals bedoeld in artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht. Hans Anker zei destijds: "Er wordt slechts gesproken over criminele en parasiterende vreemdelingen. Daarbij zijn wellicht fatsoensnormen overtreden, maar daar gaat het in deze strafzaak niet om. Het gaat erom of de strafwet is overtreden." Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad deze (omzeilende) kwestie en vonnist dat de groep mensen die bedoeld wordt in dergelijke pamfletten omschreven kan worden als etnische vreemdelingen, dat wil zeggen vreemdelingen van buiten Europa. Ook de context van dergelijke pamfletten speelt een rol, daar waar er gerefereerd wordt aan "onze culturele waarden" en "onze tradities". Deze uitlatingen richten zich dan zowel op hier verblijvende vreemdelingen als op allochtone Nederlanders en gesteld kan worden dat de pamfletten bijzonder beledigend zijn voor in ons land verblijvende etnische minderheden. Hierdoor komt de kwestie onder de anti-racisme bepaling.

Wat vind u eigenlijk van de uitspraak van de Rotterdamse politierechter inzake dienstverlening aan Eite Homan en Constant Kusters, twee recidivisten uit het extreem-rechtse milieu? (zie Alert! nummer 3, jaargang 2).

Anker: "Onbegrijpelijk dat die politie-rechter zonder toestemming van Homan, toch dienstverlening oplegt. Dienstverlening staat of valt bij instemming van de veroordeelde. Anders is het in strijd met de internationale verdragen inzake dwangarbeid. En ik begreep dat instanties in Arnhem Kusters niet wilden hebben, omdat deze persoon vaak aanstoot geeft en niemand hem op de werkvloer wil hebben. Het 'first offender' idee, waar mensen die voor het eerst met justitie in aanraking komen, voor dienstverlening in aanmerking komen is al enige jaren losgelaten. Tegenwoordig kan je zo vaak je wilt dienstverlening opleggen, ik heb zelf een jongen als cliënt die al acht maal dienstverlening heeft opgelegd gekregen."

U roept in perspublicaties vaak dat extreem-rechts door middel van debat bestreden dient te worden, in plaats van door strafvervolging. Hoe ziet u dat voor zich?

Anker: "Vooropgesteld dat, als men een overtreding of misdaad begaat, men zeker wel strafrechtelijk vervolgd dient te worden, denk ik dat je moet laten zien waar die beweging voor staat. Laat ze aan het woord, laat ze het maar laten zien. Dan weet je waar je niet op moet stemmen. Als ik burgemeester zou zijn, en ik had van die gasten in de raad, dan zou ik ze alle faciliteiten geven, zonder meer."

Interview afgenomen door Paul Kraaijer en Jeroen Bosch

Uit: Alert!, oktober/november 1998, nummer 5, jaargang 2

back