alert!Kritiek op rapportage van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD)

Rob Beneker

In mei vorig jaar publiceerde de BVD het rapport 'De politieke Islam in Nederland'. Het uitgangspunt, dat de BVD oog zou hebben voor de risico's die verbonden zijn aan de negatieve beeldvorming over de Islam in Nederland, klonk mooi. Het rapport zelf geef een ander beeld, zo concludeert Drs. C.J.M. van der Valk, van de Universiteit van Amsterdam, Geesteswetenschappen, afdeling Tekstwetenschap. Hieronder een greep uit zijn tekstwetenschappelijk onderzoek.

Stereotypering
In de inleiding van het BVD-rapport staat het volgende te lezen: "De politieke Islam kent zeer verschillende uitingsvormen, uiteenlopend van gematigd tot zeer radicaal. Zij hebben met elkaar gemeen dat de religie (de islam; de onderwerping aan Allah) de motor vormt voor politieke activiteiten. Zoals de islam een allesomvattende wereldbeschouwing is, zo pretendeert de politieke islam antwoorden te bieden voor alle levensterreinen; religie, recht, cultuur, politiek en staat zijn in deze visie een onlosmakelijke eenheid. De politieke islam biedt een religieus gefundeerd universalisme, waarbij het individu ondergeschikt is aan het collectieve belang, te weten de absolute onderwerping aan de wil van Allah."
Volgens Van der Valk bevat de tekst een aantal als bedreigend aan te merken stereotyperingen: "In de beeldvorming over islam en moslims vervult de toevoeging 'onderwerping aan Allah' vaak een specifieke functie, namelijk om moslims weer te geven als niet zelf-denkende volgers (meestal massa's) van fanatieke leiders die erop uit zijn om de wereld te veroveren en te onderwerpen. We treffen hier een eerste aanzet voor een associatie met het oude beeld van de islam als dreigende kracht zoals dat nog steeds veelvuldig wordt toegepast in strips, romans, films en tv-series. Diskwalificerende bijvoeglijke naamwoorden, hyperbolische karakteriseringen en weinig genuanceerde sweeping statements reproduceren veelal dit uit de kruistochten stammende beeld van oorlogszuchtige, agressieve, nietsontziende veroveraars."
Kenmerkend in de inleiding vind Van der Valk het veelvuldig onderstrepen van het verondersteld totalitaire karakter van de islam en de politieke islam: "Allesomvattend, voor alle levensterreinen, onlosmakelijke eenheid, absolute onderwerping, collectieve belang, universalisme. Het individu - centrale westerse waarde - wordt gesteld tegenover het collectieve belang - centrale islamitische waarde."

Ronddolende migrant
Verderop in het rapport komt 'De Moskee als politieke arena' aan de orde. De BVD: "Moskeegang is voor de moslim in Nederland dan ook niet louter een religieuze aangelegenheid, maar betekent dat hij tegelijk ook in politieke zin kleur bekent. Met een bezoek aan de moskee wordt voor zijn omgeving bijvoorbeeld onmiddellijk duidelijk of hij loyaal is aan het heersende gezag in zijn moederland, zich schaart achter een oppositionele groepering of het belang van de internationale islamitische beweging stelt boven nationale principes."
Van der Valk: "We zien hier een zeer ongenuanceerde stelling over de politieke implicaties van de moskeegang voor dé moslim. In werkelijkheid is de situatie veel minder eenduidig. Zo is bijvoorbeeld van de Marokkaanse moskeeën bekend dat op grond van de affiniteiten van met name de Imams een zekere indeling gemaakt kan worden naar koning Hassan-gezindheid in de oriëntatie van de moskee. Dit kan echter niet gegeneraliseerd worden naar de afzonderlijke moskeebezoeker. Daarnaast is er veeleer dan van een politieke indeling sprake van een regionale indeling, naar streek van herkomst in Marokko."
De gewone moslims komen er in het rapport ook slecht vanaf. Opnieuw Van der Valk: "De toon tegenover hen is neerbuigend welwillend, schijnbaar vervuld van empathie en begrip." Dit wordt gestaafd met het volgende citaat uit het BVD-rapport: "In de beleving van veel moslims, zeker van degenen die behoren tot de eerste of tweede generatie migranten, presenteert de moskee dan ook begrijpelijkerwijs een stukje moederland in den vreemde. (...) Omringd door een soms onbegrepen, dan weer onbegrijpende omgeving is voor veel moslims de moskee een vertrouwde en veilige pleisterplaats waar men zich onder geestverwanten weet."
Van der Valk treft ook het bekende beeld aan van de zielige, onkundige 'gastarbeider' die niet in staat is te functioneren in een moderne samenleving. Het beeld dat echter het meest prominent naar voren komt is dat van de ronddolende migrant die door een onvermijdelijke identiteitscrisis veroorzaakt door migratie een gemakkelijke prooi en potentieel slachtoffer is van fundamentalistisch gevaar. En uiteraard is een moslim mannelijk: "Het leven in een niet-islamitisch land, temidden van een meerderheid van 'ongelovigen', brengt voor een moslim bijzondere problemen met zich mee. Hij liet zich voor de vraag gesteld hoe hij kan voldoen aan religieuze verplichtingen, hoe hij moet reageren op zaken die hij vanuit zijn geloofsovertuiging moet verwerpen en hoe hij zijn waarden en normen kan overdragen op zijn kinderen."

Kruistochten
Van der Valk: "In sterk contrast met de karakterisering van de moslims staat de beschrijving van de aanhangers van de 'politieke Islam', leiders van 'missionair ingestelde Islamitische staten'. Hier komt de (heilige) oorlogsmetafoor naar voren: "Het Libië van de megalomane kolonel Moammar Khadaffi. (...) Saddam Hoessein, die zich met graagte profileert als martelaar van de Islamitische zaak. (...) Recrutering en beïnvloeding richten zich daarbij ook op geloofsgenoten in het westen, die geprepareerd worden om als vooruitgeschoven strijders aan een onzichtbaar front te kunnen acteren."
Het regelmatig gebruik van de arena- en oorlogsmetafoor roept het oude beeld op van de kruistochten. Dit wordt soms versterkt door een bijbels geïnspireerd taalgebruik dat archaïsch aandoet. De woorden 'exodus', 'diaspora', 'armlastige geloofsbroeders', 'doordesemd' werden duidelijk ingezet om een bepaald beeld neer te zetten.
De visie van de BVD op het thema 'De politieke islam en integratie' is ook niet echt fris: "Alle goede bedoelingen ten spijt, blijkt in de praktijk steeds opnieuw dat een geseculariseerde samenleving met een praktisch ononderhandelbare kernwaarde als de scheiding van kerk en staat grote moeite heeft te voldoen aan de wensen van personen en groepen die handelen vanuit een sterk afwijkend maatschappijbeeld. Omgekeerd hebben deze personen en groepen grote problemen om hun politieke verlangens te vertalen in oplossingen die passen in de gegeven context van een geseculariseerde samenleving."
Van der Valk: "Ergo, wij zijn democratisch en zij kiezen voor ondemocratische oplossingen. Hier komt het bekende mechanisme van positieve zelfpresentatie en negatieve anderpresentatie naar voren: wij hebben een democratische, geseculariseerde samenleving, bieden vrijheid van organisatie. Zij hebben een sterk afwijkend maatschappijbeeld, kunnen die vrijheid niet aan en zijn intern verdeeld (...) Hierbij wordt genegeerd dat ook wij partijen kennen voor wie de religie de motor vormt voor politieke activiteiten. Eveneens wordt genegeerd dat ook het christendom en andere religies vormen van fundamentalisme kennen. De problematisering van de islam en moslims als zodanig lijkt de verborgen agenda van het onderzoeksrapport."

Conclusie
Het rapport 'De politieke Islam in Nederland' is opgesteld door de Binnenlandse Veiligheidsdienst, een dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het rapport is breed verspreid, heeft bij verschillende organisaties geleid tot publieke reacties en is in de pers besproken. De BVD en het ministerie worden in het algemeen beschouwd als gezaghebbende instanties. Het rapport vervult daarmee een functie in de publieke beeldvorming over de islam en over Nederlanders en migranten van islamitische origine. Politieke islam en islam worden in het rapport niet zorgvuldig onderscheiden. De beeldvorming is stereotiep te noemen. De BVD zelf overpolitiseert de islam in Nederland. Tekstkenmerken zoals een diskwalificerende lexicale stijl, retorische middelen zoals metaforen en hyperbolische karakteriseringen, nominalisaties en het gebruik van passieve werkwoordsvormen, vaag taalgebruik, overgeneralisatie en, last but not least, het ontbreken van wetenschappelijk verantwoorde informatie dragen gezamenlijk bij aan deze stereotiepe beeldvorming. Breed maatschappelijk gezien levert het rapport hiermee een bijdrage aan een eigentijdse anti-islam ideologie die steeds meer invloed krijgt. Deze ideologie staat haaks op door overheid en samenleving erkende principes van gelijkwaardigheid van geloofsrichtingen en op de doelstelling van integratie waar het ministerie van Binnenlandse Zaken zich vanuit zijn coördinerende taak middels andere directies voor inzet.

Bewerkt door Rob Beneker

Uit: Alert!, maart/april/mei 1999, nummer 1, jaargang 3

back