alert = afa

Home
Inhoud 1-2011
Zoeken

Lonsdale News

Alert!

printversie

Geschiedenis van het Vlaams-nationalisme (3)

In dit deel schetsen we een aantal groeperingen en figuren binnen de Vlaamse Beweging die tijdens het Interbellum aanhangers zullen zullen tijdens WOII opnieuw resoluut voor de collaboratie gaan. willen we de lezer eerst even herinneren aan de internationale gevaar" van het Vaticaan (belangrijk in katholiek Vlaanderen) na de Russische Revolutie (1917), de machtsovername van Mussolini (1929), de overwinning van Hitler in Duitsland (1933) en ten slotte de Spaanse Burgeroorlog (1936). Dit alles kruidde de al zo complexe van vluchtelingen uit genoemde landen. Het Interbellum was tevens de periode waarin "massapartijen" ontstonden, met grote politieke meetings, donderpreken en vlaggengezwaai, waarbij volop van leer getrokken werd tegen enerzijds het communisme en anderzijds het kapitalisme en de liberale, parlementaire democratie. Extreemlinkse (KPB) en extreemrechtse autoritaire partijen (VNV, Rex, ...) deden het in de crisisjaren erg goed, bij de verkiezingen van 1936 behaalden ze samen een kwart van de stemmen. (1) Ook het Vlaams-nationalisme kende een opbloei, in het straatbeeld was dit onder andere te merken aan het ontstaan van honderden "Vlaamse Huizen" en woelige acties en betogingen.

Na WO I: repressie en amnestie
Zodra het Duitse leger vertrokken was, kregen de collaborerende Aktivisten de woede van de bevolking over zich heen (huizen werden aangevallen, vrouwen kaal geschoren, ...). In Gent liet het leger de bevolking eerst even begaan, alvorens in te grijpen. "Je eenigszins de vrije hand laten," verklaarde een officier daarover aan een Nederlandse journalist. (2) Vele Aktivisten vluchtten naar Duitsland of naar Nederland, anderen eindigden in de gevangenis. Maar toen de eerste woede was bekoeld, kan de houding van de overige flaminganten ten opzichte van hun collaborerende landgenoten op zin minst "ambigu" genoemd worden (een scenario dat zich na WOII zou herhalen en dat nu nog steeds speelt daar flamingant Vlaanderen het nog altijd moeilijk heeft om af te rekenen met haar "zwarte geschiedenis"). Al gauw zouden velen binnen de Vlaamse Beweging de collaboratie als een "onbesuisd avontuur" gaan bestempelen, als een foute strategie, maar met "nobele" doelstellingen, en voor "amnestie" beginnen pleiten. Bekende Aktivisten waren onder meer August Borms en Wies Moens, maar ook socialisten en communisten zoals Jef Van Extergem (die in WOII als antifascist in een concentratiekamp zou omkomen, maar die daarvoor Borms steunde) en bekende schrijvers en dichters zoals Paul Van Ostaijen en Felix Timmermans (Pallieter). Deze laatste, bijvoorbeeld, vluchtte na de oorlog naar Nederland om een veroordeling te ontlopen, maar kon al in 1920 ongehinderd de Staatsprijs voor Literatuur. (Ook na WOII werd Felix Timmermans overigens beschuldigd van "culturele collaboratie", een aanklacht die snel geseponeerd werd. Tsja, de Vlamingen zullen het achteraf niet graag geweten hebben zeker, dat sommige van hun schrijvers geen graten zagen in samenwerking met "den Duits".) Minder mild was de Belgische overheid voor figuren zoals August Borms en de communist Van Extergem, die beiden in de gevangenis belanden. Na WOII zou Borms opnieuw vanwege collaboratie veroordeeld worden. Deze keer ontsnapte Borms niet aan het vuurpeloton, wat van hem een "martelaar" maakte voor de Vlaamse Beweging. Nog steeds houden extreemrechtse groepen zoals NSV!, Vlaams Belang, KVHV en Voorpost een jaarlijkse "Bormsherdenking" bij zijn graf in Merksem. (Ook de schrijver Willem Elsschot eerde Borms trouwens met een gedicht.) Wies Moens zat na WOI eerst een gevangenisstraf uit en ging vervolgens tijdens WOII opnieuw over tot collaboratie. Moens werd na WOII eveneens ter dood veroordeeld, maar hij vluchtte naar Nederlands Limburg, waar hij de rest van zijn leven doorbracht. En ook Moens wordt vandaag blijvend herdacht door het extreemrechtse "Vormingsinstituut Wies Moens". Hetzelfde geldt overigens voor tal van andere verderop besproken collaborateurs.

Graf van August Borms
Graf Borms
Aan het einde van WOI verhuisde de Aktivistische Raad van Vlaanderen haar zetel naar Den Haag, waar ze het Vlaamsch onder meer op zich om de naar Nederland gevluchte Aktivisten financieel te ondersteunen en ook de familie van Borms werd diende via een intensieve propagandacampagne een Duitsgezind en anti-Belgisch programma uit te dragen. Sowieso was de stemming werd dan ook graag gezien als een "Franse satellietstaat" waarbinnen de arme Vlaamse broeders verdrukt werden. Beter was het dus om de Nederlanden opnieuw te herenigen te vinden onder Vlaams-nationalisten. Nederlandse aanhangers zouden zich zowel financieel als ideologisch mengen in de Vlaamse Beweging. Zo wordt de invloed van de Nederlandse historici Frederik Carel Geyl behield een gematigder, eerder antifascistisch standpunt, hoewel zijn houding tijdens het Interbellum aanleiding geeft tot felle polemieken onder historici. Beide heren zouden zich bezig houden met het herschrijven van de "Groot-Nederlandse" geschiedenis, waarbij ze volgens historicus Bruno De Wever "niet aarzelden zich te lenen voor propagandistische geschriften waarvan de wetenschappelijke opgerichte Frontpartij in handen te krijgen. Helemaal rimpelloos verliep dit niet, maar toch wisten Aktivisten al snel sleutelposities in de partij te bezetten.

De Frontpartij
Met de oprichting in 1919 van het Vlaamsch Front, beter bekend als de Frontpartij, een opmerkelijke samenwerking tussen Aktivisten (voor zover die niet op de vlucht waren of in de gevangenis zaten) en mensen uit de "Frontbeweging", politieke partij. Tot dan toe hadden flaminganten enkel via de bestaande politieke partijen, vooral dan de Katholieke Partij, aan politiek gedaan. De naoorlogse invoering van het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht voor mannen, opende nieuwe mogelijkheden. Bij de verkiezingen van 1919 behaalde de Frontpartij ca. 50.000 stemmen en vier verkozenen: Staf De Clercq, Adiel Debeuckelaere, Hendrik Borginon en Boudewijn Maes. (7) De Frontpartij moet echter niet gezien worden als een centraal geleide partij met een vast omlijnde ideologie, maar eerder als een bonte verzameling van lokale partijtjes die er verschillende visies op nahielden en die vaak lokaal samenwerkten met andere politieke groeperingen, zoals bijvoorbeeld in Aalst met de progressieve Daensisten. (8) De Frontpartij wordt vaak omschreven als ideologisch progressief, onder meer omdat de verkozenen vrouwen, verdedigden, maar dit klopt niet helemaal. Al gauw zou blijken dat er twee tegenovergestelde bewegingen aan het werk waren, een gematigde stroming rond de Aktivist Herman Vos, die via de parlementaire weg tot een federalisering van de Belgische staat wou komen en een anti-Belgische en antiparlementaire stroming, die desnoods gewapenderhand de Belgische staat omver wou werpen om tot een Groot-Nederlandse Nieuwe Orde te jaren dertig de bovenhand krijgen.
Ondertussen zouden de "passifisten" (zoals de groep van niet-collaborerende flaminganten rond Frans Van Cauwelaert tijdens WOI smalend genoemd werd) in de jaren twintig enkele parlementaire successen boeken. De in 1921 opgerichte Katholieke Vlaamse Kamergroep rond Van Cauwelaert ijverde voor een "minimumprogramma" (een eentalig Vlaanderen binnen de Belgische staat) wat resulteerde in enkele nieuwe taalwetten. Onderhandelingen over samenwerking tussen deze groep en de Frontpartij waren al snel stukgelopen, maar Van Cauwelaert is de Aktivisten wel steeds blijven verdedigen en in 1929 zou hij voor hen een amnestiewet gestemd krijgen.

KVNV en AVNV
In 1925 wordt in West-Vlaanderen een afzonderlijke katholieke Vlaams-nationalistische partij opgericht: het Katholiek Vlaams Nationaal Verbond (KVNV). "Hoofdman" van dit autoritair geleide verbond was Joris Van Severen. Het KVNV was uitgesproken anti-Belgisch en ijverde voor een aparte "organische" Vlaamse staat, die gebaseerd moest worden op de "katholieke solidariteitsleer". Hoewel het KVNV als partij deelneemt aan de verkiezingen zijn ze in wezen tegen de parlementaire democratie. De deelname aan de verkiezingen ziet het KVNV enkel als een goed propagandamiddel en als leerschool in de staatshuishouding, wat natuurlijk wel belangrijk werd geacht voor de latere eigen staat. Op het congres van de "Frontpartij" (de facto dus een mengelmoes van kleine partijtjes) van mei 1926 werd beslist om een overkoepelende federatie op te richten, die de verschillende katholieke partijtjes en het Antwerpse Front rond Herman Vos bijeen diende te brengen. Hiertoe werd in 1928 het Algemeen Vlaams Nationaal Verbond (AVNV) opgericht, naar het model van het KVNV. Het AVNV had als doel "het herstel van de Groot-Nederlandse Gemeenschap" en dat op basis van een "organisch staatsidee en het solidarisme". Het directorium van het AVNV had o.a. Joris Van Severen, Hendrik Borginon en Staf De Clercq als leden. De Clercq en Van Severen kwamen echter al snel in aanvaring over de dictatoriale en Groot-Nederlandse koers die Van Severen wou varen. In principe was het de bedoeling om met het AVNV de heersende tegenstellingen te overbruggen: Groot-Nederland of en last but not least democratie of dictatuur? Hoewel de meningen verdeeld waren, werd het conservatief revolutionaire fascisme van Van Severen wel "bespreekbaar" bevonden en werden uiteindelijk zowel de "parlementaire" als de "revolutionaire weg" als "optie" behouden. Het AVNV draaide verder op niets uit als poging tot koepelorgaan. (9)

De katholieke studenten 'radicaliseren'
studentenmiddens en hun organisaties zoals het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (KVHV), dat eveneens een Groot-Nederlandse Nieuwe Orde begon aan te hangen. Er was al groot ongenoegen onder de studenten over het "minimumprogramma" van de katholieke parlementairen toen ze in 1923 genoegen moesten nemen met een "vertweetaliging" van de Gentse universiteit i.p.v. de gevraagde vernederlandsing (de zogenaamde "Nolfbarak"). (10) Toen een Waalse student in april 1924, na het verboden Groot-Nederlands Studentencongres in Leuven, een Vlaamse student doodschoot, sloeg de vlam in de pan. De katholieke studenten kwamen daarbij in aanvaring met de bisschoppen, die niets wilden weten van de anti-Belgische houding onder de studenten. Daarop radicaliseerden en militariseerden de katholieke studenten: ze werden aanhangers van een antiklerikaal katholiek Groot-Nederland dat via een conservatieve revolutie een corporatistische Nieuwe Orde moest worden. Weg met Algemeene SS Vlaanderen zal leiden). (11) Lagrou zat eveneens in de redactie van het weekblad Vlaanderen, dat vanuit Nederland door oud-Aktivisten werd geleid. Naast Jong Dietschland (dat in 1931 radicaal voor de Nieuwe Orde kiest) en de Vlaamsche Vlagge (West-Vlaams scholierenblad waaraan onder andere Cyriel Tijdens de economische crisis van de jaren '30, die voorafgegaan werd door een nieuw moment van radicalisering rond de Bormsverkiezing, ontstonden in deze katholieke studentenmilieus de eerste gewapende milities (met knuppel en pet, tegen de Franstalige studenten), zoals het Algemeen Vlaams Nationaal Jeugdverbond, dat een grijs uniform aantrok. Kortom de ideale kweekvijver voor het latere Verdinaso en VNV. (12)

De Bormsverkiezing
In december 1928 bereikt de Vlaams-nationalistische agitatie een climax tijdens de "Bormsverkiezing". Borms zat toen nog als enige Aktivist in de gevangenis omdat hij weigerde af te zien van verdere politieke activiteiten (een voorwaarde voor vrijlating). In september had de Katholieke Vlaamse Kamergroep een nieuwe taalwet (rond het taalgebruik in het leger) door het parlement gekregen, waarvan het resultaat door de radicale flaminganten opnieuw te min werd bevonden. Meteen daarop begonnen de parlementaire debatten over het wetsvoorstel van de Kamergroep voor een amnestiewet, de zogenaamde "Uitdovingswet". Tezelfdertijd vonden er door de dood van een liberaal Kamerlid onverwachts tussentijdse verkiezingen plaats in Antwerpen. De Antwerpse Frontgroep van Herman Vos stelde daarop Borms kandidaat (die geen politieke rechten meer had), tegenover de kandidaat van de liberale partij. Borms kreeg de steun van zowel de gematigde christen-democratische flaminganten rond Van Cauwelaert, als wel indirect van de Antwerpse socialisten, die opriepen blanco te stemmen, zodat hij de verkiezingen overtuigend won. Op 17 januari 1929 wordt Borms vrijgelaten en twee dagen later keurt de Kamer kunnen keren.

Poster Bormsverkiezing
Poster
De daaropvolgende verkiezingen van 1929 zijn een succes voor de Vlaams-nationalisten die van vijf naar elf Kamerzetels gaan. In Gent komt Wies Moens bij deze verkiezingen overigens op met een eigen partij, Vlaams Nationaal Verbond (niet te verwarren met het latere VNV), die echter geen lang leven beschoren is. (13) Daarop sluiten Vlaamse en Waalse leiders van de socialistische Belgische Werklieden Partij (BWP) een "Compromis des Belges" waarbinnen het separatisme veroordeeld wordt, maar waarbij afgesproken wordt om met de BWP naar de taalwet op de administratie (1932) die overheidsdiensten in Vlaanderen wettelijk verplichte het Nederlands te gebruiken en gebied wordt (i.p.v. tweetalig Nederlands-Frans). Deze belangrijke stappen voorwaarts (waarbij de rol van de Vlaams-nationalisten in feite erg klein was) zijn zeer tegen de zin van de antiparlementaire flaminganten, die een "verrottingsstrategie" willen voor een nieuw hoogtepunt na het debacle van het Federaal Statuut, had ingediend in 1931 op aanraden van de Nederlanders Geyl en Gerretson. (14) Eens te meer blijkt de ideologische tweespalt in de Vlaamse Beweging tussen de "minimalisten" en de antidemocratische aanhangers van een Nieuwe Orde.

De oude soldaten
Een groepering die we nog niet vermeld hebben, maar die tevens van belang was, zowel binnen de Frontpartij als in de collaboratie later, is het Verbond van Vlaamse Oud-strijders (VOS). Ook de oudgedienden van het IJzerfront zouden in de jaren '20 steeds zich horen door een hevige campagne tegen het Frans-Belgisch militair akkoord (in verband met een mogelijke nieuwe aanval van Duitsland). VOS profileerde zich daarbij als "antimilitaristisch" en voor het "neutraliteitsprincipe", wat aan de vooravond van WOII ook te horen zal zijn bij de oproepen van het VNV aan Vlaamse soldaten om niet de wapens op te nemen tegen Duitsland onder het motto: "Geen Vlaams bloed voor vreemde belangen", waarmee Frankrijk bedoeld werd (dat motto is een jaar later, in 1941, alweer handig vergeten wanneer het VNV oproept om massaal te gaan strijden aan het Oostfront, maar goed).
In dit kader is het incident met de zogenaamde "Utrechtse documenten" nog een grappige anekdote. In 1930 kreeg Ward actief in VOS en later Verdinaso, vervolgens VNV en tenslotte Algemeene SS Vlaanderen) via duistere weg documenten in handen die aantoonden dat aanval onmiddellijk Nederland binnen te vallen. Hermans kocht deze documenten met steun van Rotterdamse zakenlieden uit het Groot-Nederlandse milieu en liet ze publiceren in een Utrechtse krant. Alleen... de documenten waren een vervalsing die de Belgische inlichtingendienst had opgesteld om uit te vissen hoe goed de Duitse diplomatieke rel die hierop volgde zorgde er toen zelfs voor dat de En tenslotte waren er nog de jaarlijkse IJzerbedevaarten (onder leiding van Frans Daels, die in 1940 eveneens bij het VNV zou gaan) die steeds belangrijker werden als Vlaams-nationalistische politieke hoogmis. In de vorige Alert! kon u al lezen over de oprichting van de IJzertoren (1928), meer over de achteraf liever doodgezwegen "oorlogsbedevaarten" leest u een volgende keer.

Het Verdinaso
In 1929 wordt "George" (zoals "Joris" eigenlijk geboren werd) Van Severen niet meer verkozen. Het jaar erna stapt hij op als hoofdman van het KVNV en in 1931 komt het tot een definitieve breuk. Van Severen heeft het dan echt wel gehad met de parlementaire weg. Dat schrijft hij in 1930 ook aan Gerretson: "de echte Vlaamse actie ligt buiten het parlement". Wat Van Severen wil is "duizend mannen (...) geestelijk geschoold door een solide en coherente doctrine (...) tuchtvol aaneengesloten in een falanks", waaruit de nieuwe Vlaams-nationalistische aristocratie zou opstaan die de nieuwe staat stevig moet gaan leiden. "Utopie?" Neen, schrijft Van Severen, "kijk naar wat Mussolini heeft gerealiseerd." (16) Van Severen laat er geen gras over groeien. In oktober 1931 richt hij samen met Wies Moens (Gentse VNV) en Jules Declercq (Izegemse vakbondskern) het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso) op, dat ook een afdeling kreeg in Nederland (de Nederlandse afdeling werd in WOII bij de NSB van Mussert ingelijfd). Van Severen wou in eerste instantie via een conservatieve revolutie de Belgische staat omverwerpen en komen tot een solidaristische Groot-Nederlandse staat, die Nederland, Vlaanderen en Frans-Vlaanderen zou verenigen. Hiertoe richt hij een militie op: de Dinaso Militanten Orde (DMO) die geregeld overging tot straatgevechten met linkse tegenstanders. Erg groot is het Verdinaso nooit geworden, op haar hoogtepunt telde het verbond nauwelijks 2500 leden en de militie een 600-tal. Het Verdinaso stak zijn bewondering voor Hitler en Mussolini niet onder stoelen of banken. En hoewel de Duitse nationaal-socialisten het Verdinaso misschien wat argwanend gevolgd zullen hebben, was de sympathie niet geheel eenzijdig. Op een vraag van een socialistische krant over waar het geld voor een Dinasohuis vandaan kwam, werd ludiek geantwoord: "50% van Hitler en 50% van het Vaticaan, stommeriken". (17)
In 1934 kondigt Van Severen een "Nieuwe Marsrichting" aan: het einddoel van het Dinaso was niet langer Groot-Nederland, maar een uitgebreide Heel-Nederlandse "Dietsche Volksstaat", die naast Nederland en Walen werden prompt omschreven als "geromaniseerde Dietsers"). Hierbij werd teruggegrepen naar het grondgebied van de XVII zie volgende Alert!) zou trouwens later de Habsburgse vlag (een "Bourgondisch kruis") gaan gebruiken voor haar Waals Legioen. Verder werd nog de band met Zuid-Afrika benadrukt. Het nieuwe Dietsche rijk diende op autoritaire wijze geleid te worden door de Belgische koning, Van Severen veranderde dus van een Vlaams-nationalist in een Belgicist die trouw beloofde aan de koning. De Nieuwe Marsrichting werd in de rest van de Vlaamse Beweging overwegend negatief onthaald en het Verdinaso werd overal uitgesloten. Wies Moens verliet de formatie. Van het Verdinaso dient verder nog vermeld te worden dat ze extreem antisemitisch waren en tijdens WOII heel wat "Jodenjagers" zouden voortbrengen (de top van de Algemeene SS Vlaanderen zou overwegend uit het Verdinaso komen).

Het Vlaams Nationaal Verbond (VNV)
De verkiezingen van 1932 waren een grote nederlaag voor de Vlaams-nationalisten. Heel wat kopstukken van de Frontpartij, zoals Herman Vos, Ward Hermans en Staf De Clercq werden niet meer verkozen. Ward Hermans zou daarop overstappen naar het Verdinaso. De ideologische tweespalt was compleet, er werd dat jaar zelfs voor het eerst sinds 1920 geen Vlaams-nationalistische "landdag" gehouden.
Hendrik Elias ondernam in 1932 nog een poging om de Vlaams-nationalistische partijtjes bijeen te brengen in een "democratische" partij, de Vlaams-Nationale Volkspartij (VNVP). Elias stelde Hij zette zich hiermee af tegen de dictatoriale Groot-Nederlandse weg van het Verdinaso, met de nuance dat de dictatuur desnoods wel kon als tijdelijk "noodzakelijk kwaad", maar niet als een lovenswaardig streefdoel op zich, dat streefdoel diende nog steeds een democratie te zijn, weliswaar gebaseerd op het corporatisme en een christelijk solidarisme. Tegenover de milities toonde Elias een zelfde dubbelzinnige houding: ze konden eventueel wel blijven als verdediging van betogingen, maar niet als gewapende machtsbasis voor een overname van de staat. Het VNVP zou evenmin een lang leven beschoren zijn. Niet veel later ging de partij probleemloos op in het VNV. (18)
Ook Staf De Clercq ondernam na de verkiezingsnederlaag van 1932 een zoveelste poging om de bestaande Vlaams-nationalistische partijtjes te bundelen, dit keer met succes. In 1933 richtte hij het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) op, waarvan hijzelf "den Leider" werd die de verschillende strekkingen bijeen diende te houden. De Leider werd bijgestaan door een Raad, waar onder meer Hendrik Elias in zetelde. Doel van het VNV was eveneens de hereniging van Nederland en Vlaanderen. Als vlag had het VNV een driehoek (die stond voor de delta van de rivieren Schelde, Maas en Rijn) in een cirkel (die de eenheid symboliseerde) in een Oranje-driekleur.

In 1936 nam het VNV onder de naam Vlaams Nationaal Blok voor het eerst deel aan de verkiezingen en haalde meteen 16 Kamerzetels binnen. Tezelfdertijd behaalde REX 27 zetels in de Kamer, wat de socialistische BWP ertoe aanzette om van antifascisme een kernpunt te maken. Enkele maanden later sluit het VNV een samenwerkingsakkoord met REX-Vlaanderen om tot Hermans toegetreden tot het VNV en hij slaagde erin om met de Antwerpse krant De Schelde van de Frontpartij over te nemen. De krant (waar onder anderen Alice Nahon en Paul Van Ostaijen voor schreven) was sinds 1933 al een onverbloemd propagandamiddel voor nazi-Duitsland geworden, o.a. door de publicatie van "reisverslagen" uit Duitsland die bijzonder lovend waren over Hitler. Het VNV doopte de naam van de krant om tot Volk en Staat en maakte er haar partijkrant van. In 1937 slaagde het VNV er vervolgens in, opnieuw dankzij tussenkomst van Gerretson en Geyl, om de Frontpartij volledig in te lijven. Het Antwerpse boegbeeld Herman Vos stapte daarop over naar de BWP. Het is ook vanaf april 1937 dat het VNV van het Duits Ministerie van Propaganda een maandelijkse toelage begint te ontvangen van de oorlog nog officieel "onverduitst en onverfranst" was, werden er heimelijk al volop plannen met nazi-Duitsland gesmeed. En daarmee zag Hitler zijn bedje in Vlaanderen al goed gespreid.

Ondertussen zocht nog een andere nieuwe groep naar de gunsten van nazi-Duitsland, namelijk de Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap (DeVlag). De DeVlag werd in 1936 opgericht door Duitse en Vlaamse academici om de "gemeenschappelijke culturele elementen" te bestuderen. De DeVlag (met ondere anderen Jef van de Wiele als leider) was van meet af aan voorstander van het nationaal-socialisme en ze ijverden voor de opname van Vlaanderen in een "Groot Germaans Rijk" (i.p.v. in een "Groot" of "Heel Nederland", allez hup). De DeVlag zou tijdens WOII de grote concurrent worden voor het VNV, maar daarover volgende keer meer...

Lees ook:
Lees ook het artikel: Geschiedenis van het Vlaams-nationalisme (4)
Lees ook het artikel: Geschiedenis van het Vlaams-nationalisme (2)
Lees ook het artikel: Geschiedenis van het Vlaams-nationalisme (1)

Bronnen:
(1): SEBERECHTS Frank. Tussen Schelde en Wolchow. Vlaanderen en het Oostfront. Globe/Perspectief, Brussel/Antwerpen, 2002, p.14.
(2): VANACKER Daniel. Het Aktivistische Avontuur. Stichting Mens en Kultuur, Gent, 1991, p.453.
(3): DE WEVER Bruno. Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945. Lannoo/Perspectief, Tielt/Gent, 1995, p.37.
(4): DELEU, DURNEZ, DE SCHRYVER, SIMONS. Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Deel 2 M-Z. Lannoo, Tielt/Utrecht, 1973, pp.1826-1827.
(5): VOS Louis. Sociale en politieke identiteiten in de 19de en 20ste eeuw. Universiteitscursus op internet, pp.31-32, www.kuleuven.be.
(6): DE WEVER, o.c., p.38.
(7): DE WEVER, o.c., p.34.
(8): In Aalst zette de opstandige priester Daens zich toen in voor de verbetering van de lamentabele arbeidsomstandigheden in de fabrieken.
(9): DE WEVER, o.c., pp.50-58.
(10): Het zou tot 1930 duren eer de universiteit volledig vernederlandst werd.
(11): VOS Louis, DE WEVER Bart, WEETS Wilfried. Vlaamse vaandels, rode petten. Honderd jaar Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond. Pelckmans, Kapellen, 2002, pp.25-37.
(12): DE WEVER, o.c., p.71.
(13): DE WEVER, o.c., p.66.
(14): DE WEVER, o.c., pp.82-83.
(15): DE WEVER, o.c., p.61.
(16): DE WEVER, o.c., p.72.
(17): http://nl.wikipedia.org/wiki/Verdinaso.
(18): DE WEVER, o.c., pp.74-76.
(19): http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaams_Nationaal_Verbond.

(uit: Alert!, nummer 1, maart 2011. Alert! is een uitgave van de Anti-Fascistische Actie Nederland - AFA)

terug naar inhoud